Verkeersrecht 2016-10

Editie
Datum uitgave: 

VR 2016/143 Juridische aspecten van de uitwegvergunning

Artikel
VR 2016/143 Juridische aspecten van de uitwegvergunning Mr. M.B.P. Kuitenbrouwer * * Juridisch medewerker op het gebied van het bestuursrecht, belastingrecht en pensioenrecht bij een organisatie in Midden-Nederland. Inleiding Over juridische vraagpunten betreffende de uitwegvergunning wordt zelden gepubliceerd. Met dit artikel wordt beoogd de lezer op de hoogte te brengen van de stand van zaken op dit gebied. Hierbij bespreek ik algemene aspecten van de uitweg, de uitwegvergunning, enige algemene aspecten van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zes vaak voorkomende gronden voor

VR 2016/144 Lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer. Bewijsdeelname aan verkeer met geconstateerd ademalcoholpercentage.

Jurisprudentie
Appellant is door de politie aangehouden op verdenking van vernieling van een ruit van een portiekdeur en ramen van een auto. Bij het vervolgens bij hem afgenomen ademalcoholonderzoek is een hoger ademalcoholgehalte geconstateerd dan een bestuurder van een motorrijtuig is toegestaan. De politie heeft hiervan mededeling gedaan aan het CBR. Het CBR heeft appellant een lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer opgelegd. Appellant is het niet eens met deze maatregel, omdat hij, naar gesteld, pas nadat hij heeft gereden te veel alcohol heeft gedronken om aan het verkeer te mogen deelnemen. De

VR 2016/145 Snelheidsovertreding. Wegvak. Redelijke termijn. Reiskosten.

Jurisprudentie
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een bestuurlijke sanctie opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid op autosnelwegen, met 22 km/h (verkeersbord A1)”. De stelling van de betrokkene dat bij elke samenvoeging van wegen opnieuw een verkeersbord met de toegestane maximumsnelheid moet worden geplaatst, is in zijn algemeenheid onjuist. Vooropgesteld wordt dat in juridische zin geldt dat de door middel van bord A1 van bijlage I bij het RVV 1990 aangegeven maximumsnelheid blijft gelden tot het punt waarop op grond van een ander verkeersbord een nieuwe

VR 2016/146 Cassatieberoep tegen uitspraak in hoger beroep tegen
deelgeschilbeschikking.

Jurisprudentie
Het betreft een cassatieberoep in hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking. Eerst behandelt de Hoge Raad de ontvankelijkheid van het beroep. Beroep tegen een deelgeschilbeschikking staat open, indien de rechter hiertoe verlof heeft verleend. Ook moet worden aangenomen dat ingevolge art. 1019cc lid 3 Rv in verbinding met art. 398 cassatieberoep openstaat tegen de uitspraak in het hoger beroep dat op de voet van art. 1019cc lid 3 Rv tegen een deelgeschilbeschikking is ingesteld. Vervolgens is aan de orde of de procedure die op de voet van art. 1019 cc wordt ingeleid een dagvaardings- of

VR 2016/147 Aansprakelijkheid wegbeheerder; gebrekkige opstal;gevaarzetting.

Jurisprudentie
Eiseres is afhankelijk van een elektrische rolstoel. Toen zij op 21 november 2011 achteruit (via een schuine trottoirband) het trottoir wilde oprijden, is de rolstoel gekanteld en heeft eiseres letsel opgelopen. Zij stelt de gemeente als wegbeheerder aansprakelijk op grond van zowel art. 6:174 als 6:162 BW. Het hof zet de maatstaven voor toepassing van 6:174 (3.6.2) en 6:162 (3.6.3) uiteen en oordeelt (3.9-3.12) dat geen sprake is van een gebrekkige opstal, (3.13) dat de gemeente niet gehouden is om renovatieverslagen van de betreffende straat in het geding te brengen en (3.14) dat de gemeente