VR 2020/83 Rijden tijdens ontzegging. Bewijs.
Uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat de verdachte bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, noch dat een ontzegging van kracht was ten tijde van het tenlastegelegde rijden tijdens ontzegging van de rijbevoegdheid.
De volledige uitspraken en artikelen uit Verkeersrecht zijn alleen beschikbaar voor abonnees.
-
Abonneren
Nog geen abonnee? Klik op ‘Abonneren’ zodat ook u toegang krijgt tot de meest recente uitgaven en het archief van Verkeersrecht.
-
Inloggen
Al abonnee? Log dan hier in.