Datum uitgave:
VR 2017/125 Hoe oordeelt de feitenrechter over strijd met de maatschappelijke betamelijkheid in de zin van art. 6:162 lid 2 BW?
VR 2017/125 Hoe oordeelt de feitenrechter over strijd met de maatschappelijke betamelijkheid in de zin van art. 6:162 lid 2 BW? Een jurisprudentieonderzoek Prof. mr. J.L. Smeehuijzen * * Hoogleraar privaatrecht Vrije Universiteit. 1. Inleiding Of een gedraging al dan niet in strijd is met ‘de maatschappelijke betamelijkheid’ van art. 6:162 lid 2, is de centrale vraag van het aansprakelijkheidsrecht. Het is tegelijkertijd een van de meest problematische vragen. Want hoe bepaalt de rechter of is gehandeld in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid? Het begrip is in de wet niet gedefinieerd
VR 2017/126 Lichtdoorlatendheid ruit. Meting.
Administratieve sanctie ter zake van “de lichtdoorlatendheid van voorruit/voorste zijruit(en) bedraagt minder dan 55%”. Alleen de lichtdoorlaatbaarheid van de rechter zijruit is gemeten. Gelet op de Aanwijzing meting lichtdoorlatendheid dienen er, indien het vermoeden bestaat dat meer ruiten niet aan de eisen voldoen, per ruit drie metingen te worden verricht. Tevens blijkt uit het zaakoverzicht en het aanvullend proces-verbaal niet of voor aanvang van de meting de 0% en 100% transmittantie-waarden zijn gesimuleerd. Het hof is daarom van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de
VR 2017/127 Roodlichtgedraging. Stopstreep.
Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “niet stoppen voor rood licht: driekleurig verkeerslicht".De betrokkene stelt dat hij het verkeerslicht op oranje zag springen en inschatte niet meer tijdig voor de stopstreep te kunnen stoppen. Hij reed daarom door. Vervolgens bleek er een tweede stopstreep te zijn, die in eerste instantie aan het zicht werd onttrokken door zijn voorligger. Had de betrokkene de tweede stopstreep tijdig gezien, dan was hij daarvoor gestopt. Nu deze echter aan het zicht werd onttrokken, en de
VR 2017/128 Termijnoverschrijding? Woonachtig in andere EU-lidstaat.
Volgens de betrokkene diende toezending van de beschikking op de naar Duits recht voorgeschreven wijze te geschieden. Deze stelling gaat niet op. In geval een gedraging als onderhavige op Nederlands grondgebied is verricht door een (rechts)persoon die woonachtig is in dan wel gevestigd is op het grondgebied van een andere lidstaat van de EU, worden de beslissing tot oplegging van de sanctie en de procedure van bezwaar en beroep beheerst door het Nederlandse recht.
VR 2017/129 Rijbewijs. Ongeldigverklaring. Wetenschap.
Uit de enkele omstandigheid dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief aan deze is verzonden en niet retour is gekomen bij het CBR, kan niet worden afgeleid dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Die gevolgtrekking kan daaraan ook niet worden verbonden in samenhang met hetgeen het hof blijkens de weergegeven bewijsvoering voor het overige in aanmerking heeft genomen.