Datum uitgave:
VR 2019/45 Deelgeschil; verkeersongeval; verrekening AOV met schadevergoeding?
Op 5 oktober 2011 is verzoeker als fietser slachtoffer geworden van een verkeersongeval waarbij hij letsel heeft opgelopen. Hij was op dat moment werkzaam als ondernemer en had in dat verband een arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. De arbeidsongeschiktheidsverzekeraar heeft uitkeringen gedaan in verband met de arbeidsongeschiktheid naar aanleiding van voornoemd ongeval. Reaal is als WAM-verzekeraar jegens verzoeker aansprakelijk voor de schade als gevolg van het ongeval. Dit deelgeschil stelt de vraag aan de orde of de uitkeringen uit de AOV moeten worden verrekend met de
VR 2019/46 Deelgeschil; eigen schuld (toepassing 'gordelkorting').
Verzoeker is op 16 juli 2016 als automobilist aangereden door een bij NN verzekerde auto. NN heeft aansprakelijkheid voor het ongeval erkend. Dit deelgeschil gaat voornamelijk over drie geschilpunten: a) Moet er wegens het niet-dragen van de gordel een zgn.
eigen-schuld-aftrek plaatsvinden?b) Zo ja: moet die aftrek dan ook worden toegepast op de
kosten van het deelgeschil?c) Is sprake van verlies aan verdienvermogen? Met betrekking tot (a) stelt verzoeker dat niet vaststaat
dat het niet-dragen van de gordel van invloed is geweest op de aard en omvang
van het ontstane letsel; volgens hem is
VR 2019/47 Deelgeschil; klachten zonder medisch objectiveerbare oorzaak; causaal verband.
Verzoeker is als automobilist van opzij aangereden door een bij Achmea verzekerde auto. Achmea heeft aansprakelijkheid erkend. Direct na het ongeval had verzoeker diverse lichamelijke klachten. Na behandeling zijn deze verdwenen, met uitzondering van rugklachten. Ten aanzien van die klachten heeft een orthopedische expertise plaatsgevonden. De orthopedisch chirurg concludeert dat (1) geen sprake is van medisch objectiveerbare afwijkingen die een verklaring voor de rugklachten zouden kunnen vormen en dat (2) wél sprake is van een (geringe) pre-existente scoliose. In dit deelgeschil staat de