Aan betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd ter zake van “als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken (bijv. laten stilstaan op een trottoir/voetpad etc.)”. De gemachtigde van betrokkene - degene die het voertuig geleaset heeft - ontkent niet dat hij zijn voertuig op genoemde tijd en plaats heeft geparkeerd, maar voert aan dat hij geparkeerd stond op een verharde onbestemde ruimte tussen rijbaan en trottoir.