A reed in zijn auto over een weg binnen de bebouwde kom.
Hij heeft snelheid geminderd en is vervolgens afgeslagen. Daarbij is hij in
botsing gekomen met verzoeker, die op een motor bezig was A en de auto's achter
A (die eveneens snelheid hadden geminderd) in te halen. De rechtbank is met verzoeker van mening dat hij zich ten
tijde van de manoeuvre van A (afslaan) al zodanig dicht achter A bevond dat
deze hem had moeten laten voorgaan. Door dit niet te doen heeft A art. 18 RVV
geschonden en is hij aansprakelijk jegens verzoeker.