De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto op de weg, A76, zeer dicht achter een ander voertuig gereden (art 5a lid 1 onder h. WVW 1994) en heeft vervolgens, kort voor dat andere voertuig rijdend, zonder noodzaak krachtig geremd. Daarmee heeft hij een andere verkeersregel van soortgelijk belang, te weten artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 dat de veiligheid in het verkeer dient, overtreden (art 5a lid 1 onder m. WVW 1994) en hij heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan de in artikel 5a, eerste lid, Wegenverkeerswet 1994, sub h. en m. bedoelde verkeersgedragingen.