H. van Dijk en J.S. Overes
In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de vraag waarom en hoe een predispositie van invloed kan zijn op de omvang van de schadevergoeding, in het bijzonder predisposities in de situaties zonder ongeval. Aan de hand van het recente Vossen Laboratories-arrest van de Hoge Raad van 27 november 2015 wordt besproken hoe de hierbij horende onzekerheidsproblematiek, in het bijzonder ten aanzien van predisposities, juridisch geplaatst kan worden en wat een eventueel andere denkrichting zou kunnen zijn om de problematiek te benaderen. Aan de hand van diverse andere uitspraken wordt getoond dat deze onzekerheidsproblematiek van verschillende kanten kan worden benaderd zoals via het causaal verband, de schade en de schadebegroting en dat een onzekerheidscorrectie op z’n plaats is wanneer er onzekerheid is over de rol van een predispositie. Er wordt gepleit voor een onzekerheidscorrectie als onderdeel van de schadebegroting. Dit zou beter werken dan beperking van de looptijd tot een specifieke leeftijd.
Predispositie en de omvang van de vergoeding van letselschade. Naar een onzekerheidscorrectie bij onzekerheid rondom predispositie?
Bron:
Tijdschrift Letselschade in Praktijk 2016, afl. 5