pag. 172 VR 2006, De afwikkeling van langlopende verkeersletselschaden in kaart gebracht

VRA 2006, p. 172
2006-06-01
Dr ir M.H.J. de Bruijne
De afwikkeling van langlopende verkeersletselschaden is, mede door de aandacht in de media en de politiek, in het middelpunt van de belangstelling komen te staan. In dit artikel wordt ingegaan op het aantal langlopende verkeersletselschaden, de snelheid van afwikkelen en de redenen dat langlopende verkeersletselschaden nog niet afgewikkeld zijn met het slachtoffer.
De afwikkeling van langlopende verkeersletselschaden in kaart gebracht
VRA 2006, p. 172
Dr ir M.H.J. de Bruijne
Aanleiding
In de media en de politiek is in het afgelopen jaar in verhoogde mate aandacht geweest voor de afwikkeling van langlopende verkeersletselschaden. De algemene indruk die in de media en politiek naar voren wordt gebracht is dat aansprakelijkheids- en rechtsbijstandverzekeraars geen actief schaderegelingbeleid voeren bij met name de zwaardere letselschadedossiers. Hierdoor zouden deze dossiers onnodig lang lopen, mede omdat bedrijfsregeling Motorrijtuigen[1] nr 15 betreffende de afhandeling van verkeersletselschaden niet onverkort wordt toegepast en aanbevelingen en richtlijnen van het Nationaal Platform Personenschade (NPP) niet zouden worden nageleefd. Imagoschade en aantasting van de goede naam van het verzekeringsbedrijf zijn het gevolg. Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) heeft hiertoe een onderzoek uitgevoerd onder motorrijtuigenverzekeraars naar de snelheid van afwikkelen van verkeersletselschaden en naar de redenen waarom verkeersletselschaden die zich langer dan vijf jaar geleden hebben voorgedaan nog niet zijn afgewikkeld met het slachtoffer.
Omvang aantal langlopende verkeersletselschaden
Uit schattingen van het CVS blijkt dat jaarlijks ongeveer 55.000 letselschadeclaims worden ingediend bij verzekeraars. Hiervan heeft 75% betrekking op motorrijtuigenverzekeringen en 25% op algemene aansprakelijkheid[2] . In totaal gaat het jaarlijks om bijna 900 miljoen euro schadelast, waarvan bijna 750 miljoen euro op motorrijtuigen en 150 miljoen euro op aansprakelijkheid betrekking heeft. Om inzicht te verkrijgen in het tempo waarin langlopende verkeersletselschaden worden afgewikkeld heeft het CVS in het voorjaar van 2005 en 2006 een enquête gehouden onder motorrijtuigenverzekeraars naar het aantal zaken van vóór 2000 respectievelijk 2001 dat nog niet is afgewikkeld met het slachtoffer.
Aan beide enquêtes naar het aantal lopende verkeersletselschaden hebben meer dan 20 maatschappijen deelgenomen, die een premievolume vertegenwoordigen van bijna 85% in de markt van motorrijtuigenverzekeringen. Daarnaast waren er nog vier maatschappijen die aangaven geen data te kunnen leveren, omdat onder andere deze data niet werden geregistreerd, er in de tussentijd was overgestapt op een nieuw systeem of bleek dat de invuldiscipline van deze gegevens te laag was. Het merendeel van de maatschappijen had grote moeite om cijfers aan te leveren over de periode voor 1992. Verder blijkt het lastig te zijn om een uitsplitsing te maken tussen zaken die openstaan en zaken die openstaan maar wel al afgewikkeld zijn met het slachtoffer, maar bijvoorbeeld nog niet met een regresnemer als het UWV. Dit benadrukt nogmaals dat het verstrekken van data over letselschade lastig is.
Uit de cijfers komt naar voren dat verreweg de meeste langlopende verkeersletselschaden inmiddels zijn afgewikkeld met het slachtoffer, zoals wordt geïllustreerd in figuur 1a. Zo bedraagt na zes jaar het percentage afgewikkelde zaken ongeveer 97%. Vergelijking van de cijfers uit de enquête gehouden in 2005 met de cijfers van de enquête uit 2006 toont aan dat de afwikkeling van de verkeersletselzaken sneller verloopt, zoals te zien is in figuur 1b.
(Voor afbeelding zie tijdschrift. Red.)
Figuur 1. Percentage afgewikkelde verkeersletselschaden uitgezet tegen de looptijd (jaren). Het percentage afgewikkelde zaken met een looptijd korter dan zes jaren is ontleend aan de Risicostatistiek Personenauto's van het CVS.
Oorzaken openstaan van oude verkeersletselschaden
Tevens is in 2005 en in 2006 een enquête gehouden naar de redenen waarom verkeersletselschaden uit respectievelijk 1998 en 2000 nog niet zijn afgewikkeld met het slachtoffer. Het betreft hier niet zozeer de schuldvraag, als wel het verschaffen van inzicht in waar de afwikkeling van het proces zich bevindt.
Uit onderstaande tabel blijkt dat de redenen waarom oude verkeersletselschaden nog niet zijn afgewikkeld met het slachtoffer erg divers zijn en tevens grote verschillen toont voor de beide schadejaren. De belangrijkste reden voor beide jaren is dat (een deel of een component van) de hoogte van de schade of de schadelast nog niet bekend is. Andere veelgenoemde redenen in beide jaren zijn: zaak is onder de rechter, wachten op berichtgeving belangenbehartiger en discussie over medische uitgangspunten. Uit de opgaven van de individuele maatschappijen is verder naar voren gekomen dat het soms lastig is om een goede oorzaak te vinden en dat er soms meerdere oorzaken waren die een rol speelden bij het nog openstaan van de zaak.
Conclusie
Uit dit onderzoek komt naar voren dat het merendeel van de verkeersletselschaden na vijf jaar is afgewikkeld. Desalniettemin tonen de cijfers ook aan dat er nog verbetering mogelijk is op dit terrein. De oorzaken voor het nog niet afgewikkeld zijn van verkeersletselschaden zijn erg divers. Uit een inventarisatie onder verzekeraars blijkt dat de oorzaken voor het merendeel buiten de directe invloedssfeer van de verzekeringssector ligt. Het nog al eens aan verzekeraars gemaakte verwijt dat zij de afwikkeling van letselschadezaken bewust traineren wordt niet door deze cijfers gerechtvaardigd.
Tabel
Redenen nog niet afgewikkeld zijn verkeersletselschaden met het slachtoffer
Reden
1998
2000
Aansprakelijkheid (verzekeraar) staat nog niet vast
 1%
 1%
Zaak wordt in onderling overleg, of op verzoek van
 
 
partij periodiek afgewikkeld
 6%
 1%
Letselschade minderjarige
 4%
 3%
Er is nog geen medische eindtoestand bereikt
 8%
 7%
Hoogte schade of schadepost staat nog niet vast
42%
16%
Zaak zit bij verzekeraar vast, niet zijnde een
 
 
administratieve reden
 1%
 0%
Interne administratieve reden van verzekeraar
 1%
 2%
Slachtoffer is niet meer traceerbaar
 1%
 1%
Zaak is onder de rechter
10%
 4%
Slachtoffer is betrokken bij meerdere verkeersletselschaden
 2%
 2%
Eenzijdig afgewikkeld
 1%
 3%
Wachten op berichtgeving belangenbehartiger
 5%
14%
Buitenlandschade
 1%
 5%
Afgewikkeld, maar regres op/door andere WAM-verzekeraar
 0%
 4%
Tegenpartij wil geen regeling (voordat uitkomst
 
 
WAO-herkeuring bekend is)
 1%
 1%
Geen volledige medische info/discussie voor medische
 
 
uitgangspunten
 6%
14%
Causale relatie dubieus
 3%
 5%
Vaststellingsovereenkomst met voorbehoud
 3%
 5%
Reïntegratie loopt nog
 3%
 3%
Verzekeraar is niet de regelende verzekeraar
 0%
 3%
AD-begeleiding loopt nog
 0%
 2%
Nog geen overeenstemming met belangenbehartiger
 0%
 1%
Overig
 0%
 4%
[1] De bedrijfsregelingen Motorrijtuigen zijn ontwikkeld door het Verbond van Verzekeraars en gelden voor alle aangesloten verzekeraars. De regelingen omvatten een groot aantal procedures die verzekeraars onderling hebben vastgesteld en geven het kader aan waarbinnen motorrijtuigenverzekeraars moeten handelen. De bedrijfsregelingen Motorrijtuigen zijn eind 2002 herzien. Vooral bedrijfsregeling nr 7 (Schaderegeling schuldloze derde) en 15 (Gedragsregels bij de behandeling van personenschade) zijn sterk gewijzigd.
[2] Betreft o.a. werkgeversaansprakelijkheid (bedrijfsongevallen, beroepsziekten) en AVP-schaden.