VR 2016/186 Kenteken. Kentekenplaat. Zichtbaarheid.

Jurisprudentie
De kentekenplaat was bijna horizontaal op het achterspatbord gemonteerd en daardoor volstrekt onleesbaar bij een snelheidscontrole. Uit de bewoordingen van artikel 40 WVW volgt dat een kenteken zodanig op een voertuig moet zijn bevestigd, dat het behoorlijk zichtbaar is. Een op zichzelf zichtbare kentekenplaat betekent niet per definitie dat sprake is van een behoorlijk zichtbaar kenteken in de zin van deze bepaling.