VR 2022/86 Rijden zonder rijbewijs. Recidive. Samenloop.

Jurisprudentie

Op grond van het bepaalde in de artikelen 9 lid 2 en 176 lid 4 van de Wegenverkeerswet 1994 (zoals geldend ten tijde van het toen aan de orde zijnde feit), in verband met de artikelen 57 en 63 WvSr, zou bij een gelijktijdige bestraffing van de bewezenverklaarde misdrijven (rijden zonder geldig rijbewijs), voor alle feiten tezamen een gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden kunnen worden opgelegd. Dit betekent dat er, gelet op eerdere veroordelingen, geen ruimte meer bestaat een gevangenisstraf of werkstraf op te leggen.