sport en spel

VR 2023/92 Dubbele beenbreuk bij voetbalwedstrijd. Onrechtmatige daad.

Jurisprudentie

Op zondag 4 mei 2014 speelde appellant een voetbalwedstrijd met zijn team Odin 3 tegen het team VSC 4, waarin geïntimeerde speelde. Tijdens de wedstrijd maakte geïntimeerde een sliding tackle op appellant, waardoor appellant een ernstige dubbele beenbreuk opliep. De scheidsrechter, tevens voorzitter van Odin, gaf geïntimeerde na afloop van de wedstrijd een rode kaart vanwege een buitensporige overtreding. De scheidsrechter vulde verschillende rapporten in waarin hij de overtreding van geïntimeerde en de gevolgen daarvan beschreef. De toen aanwezige grensrechter heeft eveneens een schriftelijke

VR 2023/57 Toeschouwer krijgt voetbal tegen hoofd. Speler niet aansprakelijk: sport en spel.

Jurisprudentie

Op 13 oktober 2018 is X een ongeval overkomen. Hij was toeschouwer bij een voetbalwedstrijd van zijn zoon. Y, een tegenspeler van zijn zoon, trapte de bal over de zijlijn het veld uit. De bal kwam hard tegen het hoofd van X, waardoor hij met zijn hoofd tegen een betonnen plaat viel en bewusteloos raakte. X heeft ongeveer een week in het ziekenhuis gelegen en houdt ernstig letsel over aan het ongeval: hij is doof aan zijn rechteroor, heeft tinnitus, heeft last van evenwichtsstoornissen, duizeligheid en cognitieve klachten en heeft geen reuk en smaak meer. X stelt dat Y aansprakelijk is voor

VR 2022/127 Dent v. NFL: een Amerikaanse massaschadezaak in vele bedrijven

Artikel
VR2022-9_illu
American football, de meest populaire sport in de Verenigde Staten, is geen fijnzinnige sport. Het heeft voor een met de sport onbekende waarnemer op het eerste gezicht veel weg van een ouderwetse Middeleeuwse veldslag waarbij het territorium van de tegenstander moet worden veroverd. Het spel heeft een uitermate fysiek karakter. Spelers lopen dan ook een aanzienlijk risico op blessures. Het aantal hersenschuddingen is elk seizoen groot. Er zijn wetenschappelijke studies die stellen dat het beoefenen van American football het risico op neurologische problemen, hersenziektes en zelfs voortijdig sterven vergroot. Om geblesseerde spelers zo snel mogelijk weer wedstrijdfit te krijgen, zowel tijdens als na de wedstrijd, wordt veelvuldig gebruik gemaakt van allerlei (zware) pijnstillers. De afgelopen decennia hebben veel football-spelers zowel tijdens als na hun loopbaan met allerhande fysieke problemen te maken gekregen, die zij toeschrijven aan overvloedig medicijngebruik tijdens hun loopbaan en waarvoor zij hun clubs en de National Football League (NFL), de organisator van de competitie, verantwoordelijk houden. Een groot aantal spelers heeft vervolgens hun belangen gebundeld en heeft als collectief claims ingediend (een 'class action') tegen zowel hun clubs als de NFL. In dit artikel beschrijf ik de lotgevallen van de na acht jaar nog steeds lopende massaschadeclaim van spelers tegen de NFL, in rechte bekend staand als Dent vs. NFL. Aan deze zaak heb ik een zeer bescheiden bijdrage mogen leveren, waarbij ik een fascinerende blik in de keuken van een massaschadeclaim kreeg. In hoofdstuk 1 geef ik ter introductie enige achtergrond bij de sport zelf. Hoofdstuk 2 introduceert de dramatis personae, waarna in hoofdstuk 3 de procedurele vorm van de rechtszaak aan de orde komt. Hoofdstuk 4 gaat in op de risico's van het spel, waarna ik in hoofdstuk 5 de verwijten bespreek die de ex-spelers in deze zaak aan de NFL maken. Hoofdstuk 6 besteedt aandacht aan de lange en moeizame tocht van de zaak langs federale rechtbanken en gerechtshoven, waarna in hoofdstuk 7 enkele slotopmerkingen volgen.

VR 2022/75 Val bij deelname aan hindernissenparcours; kelderluikcriteria; organisator aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 neemt A deel aan het evenement "Venlostormt". Tijdens dit evenement leggen deelnemers een parcours met diverse hindernissen af. Tijdens het afleggen van het parcours moet A op enig moment vanuit de Maas een houten trapje opklimmen naar een steiger, waar zij vervolgens weer vanaf moet klimmen via ijzeren steigerbuizen. De voet van A glijdt weg vanaf de bovenste ijzeren buis die zich bevindt op een hoogte van anderhalf à twee meter vanaf de grond. A valt en loopt letsel op aan haar staart-/heiligbeen en voet. A verzoekt een verklaring voor recht dat de organisator van Venlostormt (B)

VR 2022/73 Ongeval paragliding; vliegschool aansprakelijk; eigen schuld; exoneratiebeding.

Jurisprudentie
In 2012 heeft A als deelnemer deelgenomen aan een (week)cursus paragliding bij B. A had toen al enige vliegervaring. B heeft op enig moment aan A een nieuw vliegscherm ter beschikking gesteld. A kreeg dit scherm vanaf het begin af aan niet onder controle, waardoor hij in een flatspin is terechtgekomen. De noodparachute ging daarbij niet open, waardoor A hard op de grond is terechtgekomen. A heeft hierbij zwaar letsel opgelopen. A vordert van B vergoeding van de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van dit ongeval. Volgens A had B aan A niet het betreffende vliegscherm ter

VR 2021/109 Botsing twee skiërs op indoorskibaan; aansprakelijkheid; geen eigen schuld.

Jurisprudentie
Een onervaren skiër (A) is gevallen op een indoorskibaan, doordat - zo stelt zij - een andere skiër (B) van achteren tegen haar aan is geskied. A vordert een verklaring voor recht dat B op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk is voor de schade die zij als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. De rechtbank overweegt dat uit de getuigenverklaring van de skileraar blijkt dat B - als van bovenkomende skiër - bij het inhalen van A met haar in botsing is gekomen. Dit betekent dat B - in strijd met de geldende FIS-regels - geen voorrang heeft verleend aan A en A niet veilig is

VR 2021/84 Ongeluk in skihal; exploitant niet aansprakelijk.

Jurisprudentie
In 2016 is A op 24-jarige leeftijd een ongeluk overkomen in een indoor skihal. In de skihal was onder meer een zogenaamd Funpark aanwezig dat bestond uit een parcours met diverse rails, schansen en andere obstakels. A - een niet-ervaren skiër - is in het Funpark toen hij een schans nam ten val gekomen en heeft daarbij een dwarslaesie opgelopen. A spreekt de exploitant van de skihal (B) aan op grond van art. 6:74 BW, art. 6:162 BW, art. 6:173 en 6:174 BW en vordert schadevergoeding. A voert aan dat (i) de schans onveilig was, (ii) B niet voldoende heeft gewaarschuwd en dat (iii) B meer

VR 2020/136 Sliding voetbalwedstrijd; amputatie onderbeen; niet onrechtmatig.

Jurisprudentie
A loopt tijdens een voetbalwedstrijd een zware blessure op, waardoor zijn linker onderbeen moet worden geamputeerd. A stelt dat de blessure is ontstaan door een onrechtmatige sliding van tegenspeler B. A spreekt B aan tot vergoeding van de schade die hij als gevolg van de sliding heeft geleden. Op basis van rapporten van medisch adviseurs gaat het hof ervan uit dat het letsel van A is ontstaan door een geweldsinwerking op de enkel van A. De vraag is van welke speler de geweldsinwerking afkomstig is. Aan de hand van videobeelden van de wedstrijd stelt het hof vast dat B (en niet zijn medespeler

VR 2019/106 Letselschade; sport en spel; botsing tussen rallyauto's
tijdens rallyclinic; autobestuurders, WAM-verzekeraar en organisator aansprakelijk.

Jurisprudentie
Riwax is sponsor van een stichting die is opgericht ter exploitatie van een rallyauto ten behoeve van de personen A en B. A is tevens bestuurder van de stichting. De stichting heeft Riwax uitgenodigd voor een zogenoemde rallyclinic die zij samen met bedrijf F op 25 oktober 2013 organiseerde op een voormalig militair vliegterrein in het Duitse Niederrhein. D, een vertegenwoordiger van Riwax, heeft aan deze clinic deelgenomen. Voor de uitvoering van de clinic werd gebruik gemaakt van speciale rallyauto's van F die niet op kenteken stonden en niet waren verzekerd. E nam eveneens deel aan de

VR 2018/137 Deelgeschil; valpartij racefietser; sport en spel;
ongelukkige samenloop van omstandigheden.

Jurisprudentie
Deelgeschil letselschade. Twee valpartijen van racefietser tijdens recreatieve tocht: eerst wordt verzoeker door een van zijn twee fietsmaten (verweerder 1) rechts ingehaald en daarbij met een schouder aangeraakt waarna hij valt, daarna wordt hij door zijn andere fietsmaat (verweerder 3) bemoedigend op de schouder aangeraakt waarna hij van het fietspad afraakt en ten val komt, met ernstig schouderletsel tot gevolg. De Rechtbank oordeelt dat de fietsmaten niet aansprakelijk zijn en overweegt daarbij als volgt: Ten aanzien van de eerste valpartij: de drie fietsers reden op de openbare weg, waar