Slachtoffers beter beschermd

De extra middelen gaan naar de drie organisaties die de werkwijze “individuele beoordeling” hebben ontwikkeld: de politie, het Openbaar Ministerie en Slachtofferhulp Nederland. Zij gaan voor elk slachtoffer beoordelen hoe groot de kans is op herhaald slachtofferschap, waarna beschermende maatregelen kunnen worden genomen. Het meeste geld gaat naar de politie, die hiermee het aantal intakemedewerkers kan uitbreiden met 124 fte. Deze medewerkers worden speciaal opgeleid om kwetsbaarheid bij slachtoffers beter te kunnen herkennen. Indien nodig, volgen beschermende maatregelen. Zo kunnen ze de adresgegevens van het slachtoffer afschermen, dan wel de verdachte of de dader een gebieds- of contactverbod opleggen.
In 2018 treedt naar verwachting ook de Wet affectieschade in werking (kamerstukken 34 257). Deze wet voorziet in een schadevergoeding voor naasten van slachtoffers die zijn overleden of die ernstig en blijvend letsel hebben overgehouden aan (bijvoorbeeld) een geweldsmisdrijf, een ernstig verkeersongeluk of een medische fout. Door dit smartengeld wordt ook het leed erkend dat naasten is aangedaan, zoals de ouders of kinderen van het slachtoffer. Omdat deze wet leidt tot uitbreiding van de doelgroep van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, wordt het uitkeringenbudget van het Schadefonds in 2018 met 300.000 euro verhoogd en vanaf 2019 structureel met 700.000 euro. Ook het CJIB ontvangt extra middelen (oplopend tot structureel 2,5 miljoen euro vanaf 2020), om de hogere kosten van de voorschotregeling als gevolg van deze wet te kunnen betalen.