‘Affectieschade’ en ‘shockschade’, onderscheid, samenloop, vooruitblik
Prof. mr. S.D. Lindenbergh Per 1 januari 2019 voorzien artikel 6:107 en 6:108 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in een aanspraak op smartengeld van naasten van iemand die door andermans toedoen (zeer) ernstig blijvend letsel heeft opgelopen, respectievelijk van nabestaanden van iemand die door een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, is overleden. De aanspraak is een naar omvang beperkte vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade, die vooral beoogt het leed van de naasten en nabestaanden te erkennen. In de ‘juridische volksmond’ pleegt hier te worden gesproken van vergoeding van