pag. 06 VR 2000, Ontzegging rijbevoegdheid

VRA 2000, p. 6
2000-01-01
Mw E.A.J.M. Schreuder
Ontzegging rijbevoegdheid
Overzicht van de regelingen in een aantal Europese landen
VRA 2000, p. 6
Mw E.A.J.M. Schreuder
België
Ontzegging rijbevoegdheid
Het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig is een straf die alleen door de rechter op grond van art. 38 lid 1 Wegverkeerswet kan worden opgelegd in de volgende gevallen:
*
vluchtdelict (art. 33 Wegverkeerswet)
*
rijden onder invloed met een promillage van meer dan 0,8 promille (art. 34 lid 2 Wegverkeerswet)
*
rijden onder invloed van drugs
*
weigeren ademtest of bloedproef (art. 34 lid 2 Wegverkeerswet)
*
weigering urinetest of bloedproef
*
niet naleving tijdelijk rijverbod
*
niet afgifte van het rijbewijs bij een opgelegd tijdelijk rijverbod
*
dronkenschap of een gelijkwaardige toestand aan het stuur o.m. ten gevolge van het gebruik van drugs of van geneesmiddelen (art. 35 Wegverkeerswet)
*
veroordeling wegens doding of verwonding in het verkeer
*
het bij zich hebben van een radardetector of gelijksoortig materiaal dat de vaststelling van verkeersovertredingen bemoeilijkt, verhindert of onmogelijk maakt (art. 62bis Wegverkeerswet)
*
veroordeling wegens één van de zware overtredingen als bedoeld in art. 29 Wegverkeerswet (KB van 7 april 1976):
-
geen gevolg geven aan de bevelen van een bevoegd persoon
-
overtreding van de voorrangsregels en de verkeersborden B1 en B5
-
overtreding van de regels betreffende het kruisen en het verkeersbord B19
-
overtreding van de regels betreffende het inhalen en de verkeersborden C35 en C39
-
overtreding van de verplichtingen bij het inhalen of kruisen van een spoorvoertuig
-
overtreding van de verplichtingen bij richtingverandering
-
in gevaar brengen van een voetganger
-
overschrijding maximum snelheid met meer dan 10 km/u
-
rijden zonder verlichting
-
op een autosnelweg een dwarsverbinding gebruiken
-
op een autosnelweg keren
-
op een autosnelweg achteruitrijden
-
zich in strijd met een verbod op een overweg begeven
-
rijden door rood of vast oranjegeel licht
-
overschrijden witte doorlopende streep tussen de rijstroken
-
niet-inachtneming van verkeersbord C24
*
binnen één jaar 3 maal voor een verkeersdelict veroordeeld
*
overtreding voorschriften rijbewijs en leervergunning (art. 30 lid 1 Wegverkeerswet)
*
besturen van een motorvoertuig na het einde van de vervalperiode, maar zonder de opgelegde onderzoeken met succes te hebben ondergaan (art. 48 lid 2 Wegverkeerswet)
Duur van het verval van het rijbewijs is minimaal 8 dagen en maximaal 5 jaar; de vervallenverklaring kan worden opgelegd voor een periode langer dan 5 jaar of voorgoed als betrokkene binnen 3 jaar vóór de overtreding van de art. 33 lid 1, 34 lid 2, 35, 30 lid 1 en 48 lid 2 Wegverkeerswet veroordeeld is voor dergelijke overtredingen.
Het herstel van het recht tot het besturen van een motorrijtuig kan afhankelijk gemaakt worden van het slagen van onderzoeken (praktisch, theoretisch, geneeskundig of psychologisch) naar de geschiktheid tot het besturen van een motorvoertuig.
Verplichte ontzegging van de rijbevoegdheid (art. 38 lid 2 Wegverkeerswet)
De rechter moet het verval tot het recht een motorvoertuig te besturen opleggen in het geval van:
*
een vluchtdelict na een ongeval dat lichamelijk letsel of de dood tot gevolg heeft
*
het besturen of begeleiden van een motorvoertuig ondanks het uitgesproken verval
Onmiddellijke intrekking van het rijbewijs
Op grond van art. 55 van de Wegverkeerswet kan een onmiddellijke intrekking van het rijbewijs worden toegepast:
*
in de gevallen van art. 60 lid 3 en 4 Wegverkeerswet (rijden onder invloed vanaf 0,8 promille of rijden onder invloed van drugs; geen alcoholtest, ook om redenen anders dan weigering)
*
in geval van een vluchtdelict
*
in geval van een verkeersongeval dat aan schuld te wijten is met letsel of dood tot gevolg
*
als de bestuurder of juridisch bestuurder ondanks vervallenverklaring van het rijbewijs toch een voertuig bestuurt
*
in geval van het bij zich hebben van een radardetector of gelijksoortig materiaal dat de vaststelling van verkeersovertredingen bemoeilijkt, verhindert of onmogelijk maakt
*
in geval van zware overtredingen in de zin van art. 29 van de Wegverkeerswet (zie opsomming onder ontzegging rijbevoegdheid art. 38 lid 1)
De betrokkene dient zijn rijbewijs af te geven aan politie of rijkswacht op vordering van het openbaar ministerie dat de intrekking heeft bevolen. Bij weigering afgifte kan inbeslagname gevorderd worden.
De onmiddellijke intrekking van het rijbewijs geldt voor maximaal 15 dagen; twee keer verlenging met 15 dagen is mogelijk.
Duitsland
Ontzegging rijbevoegdheid
De gronden voor ontzegging van de rijbevoegdheid opgenomen in art. 69 Strafgesetzbuch (StGB) zijn:
*
gevaarzetting (par. 315c StGB)
*
dronken rijden (par. 316 StGB)
*
onder invloed van andere verdovende middelen (par. 323a StGB)
*
doorrijden na ongeval (par. 142 StGB), terwijl de dader wist of had kunnen weten dat een persoon gedood is, ernstig letsel heeft opgelopen of er beduidende schade is aan andermans zaak.
Uit het strafbaar feit volgt dat men niet geschikt wordt geacht een voertuig te besturen.
Een ontzegging kan worden opgelegd voor ten minste 6 maanden en ten hoogste voor 5 jaar. In uitzonderingsgevallen kan een ontzegging levenslang opgelegd worden. Na afloop van de periode kan men weer een nieuw rijbewijs aanvragen. Bij een ontzegging van de rijbevoegdheid wordt het rijbewijs dus definitief ingenomen.
Een andere grond voor ontzegging van de rijbevoegdheid is het bereiken van 18 punten in het Verkehrszentralregister in Flensburg. Ook dan is de duur van de ontzegging ten minste 6 maanden.
Rijverbod
Paragraaf 44 StGB (verkeersmisdrijven )
Een rijverbod kan worden opgelegd bij een veroordeling tot een vrijheids- of geldstraf voor een strafbaar feit begaan met of in samenhang met het besturen van een motorvoertuig. Een rijverbod moet in beginsel, als er geen ontzegging krachtens par. 69 StGB volgt, worden opgelegd voor:
*
rijden onder invloed (par. 315c StGB)
*
gevaarzetting in het verkeer (par. 316 StGB)
Het rijverbod kan voor de duur van 1 tot 3 maanden opgelegd worden. Het rijbewijs wordt ingenomen en na afloop van die periode teruggegeven. Bij buitenlandse rijbewijzen wordt het rijverbod in het rijbewijs vermeld.
Eveneens op grond van par. 44 StGB kan een rijverbod worden opgelegd in geval van dood of lichamelijk letsel door schuld (par. 222 en 230 StGB) voor zover deze strafbare feiten in samenhang met het wegverkeer gepleegd zijn.
Paragraaf 25 Strassenverkehrsgesetz (StVG) (verkeersovertredingen )
Op grond van par. 25 StVG kan een rijverbod worden opgelegd:
*
bij een veroordeling wegens overtreding van par. 24 StVG in combinatie met grove nalatigheid kan een rijverbod opgelegd worden voor de duur van 1 tot 3 maanden
*
bij een veroordeling tot een geldboete wegens par. 24a StVG moet in beginsel een rijverbod worden opgelegd
Een rijverbod op grond van par. 25 StVG wordt met name opgelegd voor:
*
aanzienlijke snelheidsovertreding (meer dan 30 km/u binnen de bebouwde kom; meer dan 40 km/u buiten de bebouwde kom)
*
rijden door rood licht
*
rijden onder invloed van drugs
*
niet inachtnemen van voldoende afstand
*
andere zware overtredingen
Frankrijk
Ontzegging van de rijbevoegdheid (art. L15 Code de la route)
Een ontzegging van de rijbevoegdheid (annulation) kan worden opgelegd voor:
*
overtreding art. L1 en L2 Code de la route
*
overtreding art. 221-6 en 222-19 Code pénal (letsel of dood door schuld ten gevolge van het besturen van een motorrijtuig)
*
besturen van een motorrijtuig ondanks een schorsing van de rijbevoegdheid
*
weigering het rijbewijs in te leveren
*
verlies van de 12 punten op het rijbewijs; in dat geval geldt een termijn van 6 maanden voor een nieuw rijbewijs aangevraagd kan worden
De termijn van de ontzegging is 3 jaar; in geval van overtreding van de art. 221-6 of 221-19 5 jaar; in geval van recidive overtreding art. L1 is de duur van de nietigverklaring 10 jaar. Na afloop van de termijn moet een nieuw rijbewijs worden aangevraagd en moet opnieuw rij-examen worden afgelegd.
Een ontzegging moet verplicht worden opgelegd in geval van recidive van overtreding van art. L1 en in geval van samenloop van art. L1 en de art. 221-6 en 222-19 Code pénal.
Schorsing van de rijbevoegdheid (art. L14 Code de la route)
Strafrechtelijk
Op grond van art. L14 Code de la route kan een schorsing (suspension) van het rijbewijs opgelegd worden bij een veroordeling wegens een van de volgende verkeersdelicten:
*
rijden onder invloed (L1)
*
weigering adem- en/of bloedonderzoek (L1)
*
vluchtdelict (L2)
*
opzettelijk geen gevolg geven aan bevel tot stoppen (L4)
*
binnen 1 jaar na een veroordeling wegens een snelheidsovertreding van meer dan 50 km/u recidiveren
*
hinderen van het verkeer (L7)
*
zonder kentekenplaten/valse kentekenplaten rijden (L9)
*
rijden na een schorsing/ongeldigverklaring rijbewijs of rijverbod/of weigering het rijbewijs in te leveren (L19)
*
veroorzaken verkeersongeval met letsel of dood tot gevolg
*
overtredingen genoemd in art. R266 Code de la route
*
overtreding voorrangsregels
*
overschrijding toegestane maximum snelheid met 40 km/u
*
rijden in het donker zonder verlichting
*
achteruitrijden of keren op de autoroute
*
in de verboden richting rijden
*
gebruik van apparatuur die het constateren van verkeersdelicten verhindert
*
onverzekerd rijden
*
rijden over afgezette wegen ten gevolge van dooi/afgezette bruggen
Termijn van de schorsing is 3 jaar of meer.
De schorsing kan 5 jaar bedragen bij een veroordeling wegens het toebrengen van lichamelijk letsel in het verkeer. Na afloop van de termijn wordt het rijbewijs teruggegeven.
De schorsing of nietigverklaring van de rijbevoegdheid kan ook opgelegd worden op grond van de art. 131-6 tot 131-7 (veroordeling tot gevangenisstraf of geldboete).
Artikel R265 Code de la route
Onverminderd het bepaalde in art. L14 kan de ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd worden door de rechtbank onder de voorwaarden van art. L13 of door de prefect onder de voorwaarden van art. L18 en R268 tot R273 aan bestuurders die de verkeersdelicten genoemd in de art. R266 (zie opsomming onder art. L14 Code de la route) en R267 (bepalingen betreffende de inbeslagneming van het rijbewijs) begaan hebben.
Voorlopige schorsing van de rijbevoegdheid (art. L18 Code de la route)
Administratiefrechtelijk
Een voorlopige schorsing van de rijbevoegdheid wordt opgelegd voor overtredingen genoemd in art. L14 Code de la route. De duur van de schorsing mag niet langer zijn dan 6 maanden. Echter, de termijn is 1 jaar bij rijden onder invloed, vluchtdelict en bij overtredingen die letsel of dood tot gevolg hebben.
In dringende gevallen kan de prefect een voorlopige ontzegging van de rijbevoegdheid van 2 maanden opleggen.
Inbeslagneming rijbewijs door de politie (art. L18-1 Code de la route)
Een inbeslagneming van het rijbewijs volgt:
*
bij bewijs van rijden onder invloed
*
als uit het gedrag van de bestuurder is af te leiden dat hij onder invloed van alcohol verkeert
*
weigering ademtest of bloedproef
De inbeslagneming mag niet langer duren dan 72 uur.
Invordering van het rijbewijs
Op grond van art. L13 Code de la route kan een schorsing (suspension) of ontzegging van de rijbevoegdheid (annulation) via een strafrechtelijke procedure (als bijkomende straf) of via een administratiefrechtelijke (de prefect van het departement waar het verkeersdelict plaatsvond) worden opgelegd. Na schorsing van de termijn wordt het rijbewijs teruggegeven. Na een ontzegging van de rijbevoegdheid moet een nieuw rijbewijs worden aangevraagd en moet opnieuw rij-examen worden afgelegd.
Groot-Brittannië
Ontzegging rijbevoegdheid
Voor verkeersovertredingen waarbij verplicht strafpunten worden gegeven, kan de rechtbank een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen bij wijze van alternatieve straf als dit wordt gerechtvaardigd door de omstandigheden van het geval.
Als een ontzegging voor meer dan 56 dagen wordt opgelegd, dan wordt het rijbewijs toegestuurd aan de Driver & Vehicle Licensing Agency (DVLA). Het rijbewijs moet bij de DVLA, na afloop van de ontzegging, weer aangevraagd worden. In geval van een ontzegging van 56 dagen of minder wordt de ontzegging aangetekend in het rijbewijs en aan de bezitter teruggegeven.
Een rechtbank kan een ontzegging opleggen totdat een nieuwe rijvaardigheidstest is afgelegd. In de praktijk betekent dit dat men een provisional rijbewijs krijgt, met name geldt dit voor de oudere automobilist, waarvan wordt aangenomen dat de leeftijd invloed heeft op de rijvaardigheid.
De ontzegging wordt opgelegd voor:
*
doodslag als gevolg van het gebruik van een motorrijtuig; duur 2 jaar, waarna er een verplichte rijvaardigheidstest moet worden afgelegd
*
gevaarlijk rijden de dood tot gevolg hebbend; duur 2 jaar, waarna er een verplichte rijvaardigheidstest moet worden afgelegd
*
veroorzaken van een ongeval de dood tot gevolg hebbend onder invloed van alcohol of drugs; duur 2 jaar
*
gevaarlijk rijden; duur 12 maanden, waarna er een verplichte rijvaardigheidstest moet worden afgelegd
*
rijden of poging tot rijden terwijl men niet geschikt is om te rijden; duur 12 maanden, bij recidive binnen 10 jaar is de duur 3 jaar
*
rijden of pogen tot rijden terwijl men niet geschikt is om te rijden; duur 12 maanden, bij recidive binnen 10 jaar is de duur 3 jaar
*
weigeren of niet in staat zijn tot het leveren van een monster bij rijden of pogen tot rijden bij verdenking van alcoholgebruik; duur 2 jaar
*
overtredingen waarvoor een ontzegging is opgelegd voor een periode van minimaal 56 dagen met recidive binnen 3 jaar na de overtreding; duur 2 jaar
*
racen op de autoweg; duur 12 maanden
Italië
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
-
ontzegging van de rijbevoegdheid (sospensione della patente)
-
invordering van het rijbewijs (revoca della patente)
-
inname van het rijbewijs (ritiro della patente)
Ontzegging rijbevoegdheid
Een ontzegging rijbevoegdheid kan worden opgelegd door de rechter of door de prefect. Het betreft een administratiefrechtelijke maatregel die wordt opgelegd wegens zware verkeersovertredingen. De belangrijkste overtredingen zijn:
*
snelheidsovertredingen van meer dan 40 km/u; duur ontzegging 1 tot 3 maanden (art. 142 lid 9 Codice della strada)
*
vluchtdelict; duur ontzegging 3 maanden tot 1 jaar (art. 189 Codice della strada)
*
rijden onder invloed van alcohol of drugs; duur ontzegging 15 dagen tot 3 maanden; evt. tot met succes een nieuw rijbewijs behaald is
*
keren op de autosnelweg; duur ontzegging 6 tot 24 maanden (art. 176 lid 22 Codice della strada)
*
rijden op de vluchtstrook; duur ontzegging 2 tot 6 maanden (art. 176 lid 22 Codice della strada)
Invordering van het rijbewijs
Dit is een maatregel die kan worden opgelegd door de prefect onafhankelijk van het begaan van een verkeersovertreding. De belangrijkste gevallen zijn:
*
psychische of lichamelijke ongeschiktheid om een motorvoertuig te besturen (art. 130 Codice della strada)
*
het binnen 5 jaar weer begaan van een zelfde verkeersdelict (art. 222 lid 3 Codice della strada)
Inname van het rijbewijs
Inname van het rijbewijs volgt bij:
*
weigering voldoening van een boete (art. 207 lid 3 Codice della Strada)
*
onjuiste belading van het dak van het voertuig (bv. uitstekende lading) (art. 164 lid 8 Codice della strada)
*
rijden zonder dat men er psychisch of fysisch voor geschikt is (art. 128 lid 3 Codice della strada)
*
snelheidsoverschrijding van meer dan 40 km/u (art. 142 Codice della strada)
*
vluchtdelict (art. 189 Codice della strada)
De inname van het rijbewijs is een voorlopige maatregel en wordt door de politie (ook verkeerspolitie en carabinieri) uitgevoerd. Het rijbewijs moet binnen 5 dagen aan de prefect gezonden te worden, die binnen 15 dagen een rijverbod van maximaal 1 jaar kan opleggen. Het rijverbod wordt aangetekend in het rijbewijs. Binnen een termijn van 20 dagen na de mededeling kan men bij het Ministerie van verkeer bezwaar maken tegen het rijverbod. Binnen 30 dagen moet er dan een beslissing volgen. Als het bezwaar wordt gehonoreerd, wordt het rijbewijs teruggegeven.
Oostenrijk
Invordering van het rijbewijs
In art. 25 en 26 Führerscheingesetz (FSG) is de termijn van intrekking van het rijbewijs geregeld. Voor zover de wet niet in een andere termijn voorziet, wordt het rijbewijs voor ten minste 3 maanden ingetrokken. Er is geen maximum termijn. Als het rijbewijs voor 18 maanden of meer wordt ingetrokken, moet een nieuw rijbewijs aangevraagd worden en opnieuw rij-examen worden afgelegd.
In de volgende gevallen wordt het rijbewijs ingetrokken:
Rijden onder invloed:
*
0,5-0,8 promille of 0,25 g/l-0,4 mg/l:
-
eerste overtreding: een ontzegging van het rijbewijs kan worden opgelegd
-
tweede overtreding binnen 1 jaar, maar geen veroordeling op grond van art. 99 Abs 1 Strassenverkehrsordnung (StVO): ontzegging rijbewijs ten minste 3 weken
-
derde overtreding binnen 1 jaar, maar geen veroordeling op grond van art. 99 Abs 1 StVO: ontzegging rijbewijs tenminste 4 weken
*
0,8-1,19 promille (deze gevolgen gelden ook bij rijden onder invloed van drugs):
-
geen ongeval: ontzegging rijbewijs 4 weken
-
wel ongeval of recidive: ontzegging rijbewijs tenminste 3 maanden
-
eventueel nascholing, afhankelijk van de omstandigheden
*
1,2-1,59 promille:
-
geen ongeval: ontzegging rijbewijs tenminste 3 maanden
-
wel ongeval: ontzegging rijbewijs langer dan 3 maanden afhankelijk van de omstandigheden
-
nascholing verplicht
*
vanaf 1,6 promille of meer 0,8 mg/l uitgeademde lucht (art. 7 FSG[1] ) Verkehrszuverlässig):
-
zonder ongeval: ontzegging rijbewijs tenminste 4 maanden
-
met ongeval: ontzegging rijbewijs meer dan 4 maanden afhankelijk van de omstandigheden
-
nascholing verplicht; verkeerspsychologisch en medisch onderzoek om eventuele verslaving aan alcohol vast te stellen
*
weigering bloed- of ademproef, medisch onderzoek of voorgeleiding (art. 7 FSG)
-
eerste overtreding: 4 maanden
In de praktijk zijn de volgende termijnen van toepassing:
*
18 maanden of meer (tot levenslang): veroorzaken van een ongeval onder invloed van alcohol zwaar letsel of de dood tot gevolg hebbend
*
12 maanden: veroorzaken van een ongeval met licht letsel onder invloed van alcohol
Bij samenloop van rijden onder invloed van alcohol of drugs en het begaan van een ander strafbaar feit (art. 7 FSG) is de termijn intrekking 3 maanden.
*
9 maanden: veroorzaken van een ongeval met zaakschade onder invloed van alcohol
*
6 maanden: tweede overtreding rijden onder invloed, zonder ongeval, voor zover er geen wettelijke termijn zoals vanaf 0,5 promille is
*
3 maanden:
-
overtreding maximum snelheid (art. 7 FSG)(snelheidsmeting met een technisch hulpmiddel) met 40 km/u of meer binnen de bebouwde kom of met 50 km/u of meer buiten de bebouwde kom
-
gevaarzetting of roekeloosheid bijvoorbeeld in het geval van (art. 7 FSG) aanzienlijke overtreding toegelaten maximum snelheid bij scholen, zebra's, fietspaden e.d. of overtreding inhaalverbod bij onvoldoende zicht
-
het besturen van een motorvoertuig met ernstige technische gebreken (art. 7 FSG)
-
doorrijden na een ongeval waarbij personen gewond zijn geraakt (art. 7 FSG)
-
besturen van een motorvoertuig (art. 7 FSG herhaald) zonder geldig rijbewijs of terwijl het rijbewijs in beslag genomen is
-
bij het begaan van ernstige strafbare feiten, die door het gebruik van een motorvoertuig worden vergemakkelijkt (art. 7 FSG), zoals roof, drugsdelicten en strafbare handelingen tegen lijf en leden
*
6 weken: bij 'spookrijden' op de autosnelweg zonder veroorzaken gevaar bij tweede overtreding binnen 2 jaar
*
2 weken: 'spookrijden' op de autosnelweg zonder veroorzaken gevaar bij eerste overtreding
Voorlopige intrekking van het rijbewijs (art. 39 FSG)
Wanneer een bestuurder van een motorvoertuig door alcohol-, drugs- of medicijngebruik, zware vermoeidheid of hevige opwinding niet meer de volledige beheersing over lichaam en geest heeft en een alcoholgehalte van 0,8 promille of meer heeft of weigert mee te werken aan de vaststelling van de mate van alcoholgebruik kan het rijbewijs tijdelijk ingenomen worden. Dit geldt tevens als er een aanzienlijke snelheidsovertreding wordt begaan, die een ontzegging tot gevolg heeft.
Het rijbewijs moet binnen 3 dagen worden teruggegeven; als de hevige opwinding/zware vermoeidheid over is, reeds na 2 dagen.
Rijverbod
Een rijverbod kan worden opgelegd bij rijden onder invloed van alcohol of drugs, een alcoholpromillage van 0,5 of hoger. Deze maatregel wordt opgeheven als de bestuurder weer nuchter is of als een ander het voertuig kan besturen.
Buitenlanders
Buitenlanders kunnen een rijverbod opgelegd krijgen als zij een delict begaan waarop een ontzegging van de rijbevoegdheid volgt. Het rijbewijs wordt ingenomen en na een bepaalde periode of bij de terugreis weer teruggegeven.
Teruggave rijbewijs (art. 28 FSG)
Het rijbewijs wordt op verzoek teruggegeven als:
*
er geen gronden voor de ontzegging (meer) zijn, en
*
de duur van de ontzegging niet langer 18 maanden bedroeg
*
aan de voorwaarden van lid 2 is voldaan, nl. evt. onderzoeken naar de psychische en/of lichamelijke geschiktheid om een voertuig te besturen en/of een rijvaardigheidstest als de ontzegging gebaseerd is geweest op een gebrek aan rijvaardigheid
Bij een intrekking van het rijbewijs van meer dan 18 maanden, moet een nieuw rijbewijs aangevraagd worden (procedure art. 5 Führerscheingesetz).
Spanje
Ontzegging van de rijbevoegdheid
In Spanje kan de rijbevoegdheid zowel via een strafrechtelijke als een administratiefrechtelijke procedure worden ontzegd. Bij een ontzegging van de rijbevoegdheid wordt het rijbewijs ingenomen en na afloop van de periode weer teruggegeven. Er hoeft dus geen nieuw rijbewijs aangevraagd te worden, maar men ontvangt hetzelfde rijbewijs weer terug.
Strafrechtelijk
De art. 33 en 39 van het Código Pénal (Wetboek van strafrecht) voorzien in het opleggen van een ontzegging van het recht tot het besturen van motorvoertuigen en bromfietsen voor een periode van minimaal 3 maanden en maximaal 10 jaar. De ontzegging van de rijbevoegdheid kan alleen worden opgelegd als er een definitief vonnis is:
*
veroorzaken van dood of letsel door schuld (art. 621 Código Pénal); termijn 3 maanden tot 1 jaar
*
veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld (art. 152 Código Pénal); termijn 1 tot 3 jaar
*
rijden onder invloed van alcohol (art. 379 Código Pénal); termijn 1 tot 4 jaar
*
roekeloos rijden (art. 381 Código Pénal); termijn 1 tot 6 jaar
*
roekeloos rijden, waarbij andermans leven in gevaar wordt gebracht (art. 384 Código Pénal); termijn 6 tot 10 jaar
Art. 785 Ley de Enjuiciamento Criminal (Wetboek van strafvordering) geeft de rechter de bevoegdheid om het rijbewijs voor een periode van maximaal 3 maanden in te trekken als preventieve maatregel. Tegenwoordig wordt deze maatregel zelden toegepast.
Voor rijden onder invloed kan in de volgende gevallen een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd:
*
alcoholpromillage van 1,5 waarbij de dronkenschap waarneembaar is
*
overtreding van de verkeersvoorschriften, terwijl men onder invloed verkeert
*
het veroorzaken van een verkeersongeval met letselschade (alcoholpromillage van 0,8)
*
promillage van 0,8-1,4, wanneer de dronkenschap duidelijk waarneembaar is en wanneer de bestuurder een gevaar op de weg is
Administratiefrechtelijk
Krachtens art. 67 van de Ley sobre Tráfico, Circulación de Vehícules a Motor y Seguridad Vial (Wegenverkeerswetgeving) kan aan plegers van ernstige verkeersovertredingen een ontzegging van de rijbevoegdheid worden opgelegd voor een periode van maximaal 3 maanden. Bij zeer ernstige overtredingen moet de ontzegging verplicht worden opgelegd.
Intrekking rijbewijs
Het rijbewijs wordt ingetrokken na:
*
het rijden zonder rijbewijs
*
een aanrijding met letselschade
De duur is 1 jaar.
Rijverbod
Bij 'zware overtredingen' kan een rijverbod van 1 tot 3 maanden worden opgelegd.
[1] In art. 7 FSG is sprake van Verkehrszuverlässigkeit. Onder dit begrip wordt verstaan een ongeschiktheid om aan het verkeer deel te nemen.