pag. 193 VR 1995, De WVW 1994 in administratief perspectief

VRA 1995, p. 193
1995-07-01
Mr L. Edzes-Eijsackers
De verhouding tussen de verkeersdeelnemer en de overheid is in de WVW 1994 uitgebreid geregeld. Tot nu toe was veel opgenomen in ministeriële regelingen, nl. de uitvoeringsbesluiten van de WVW zoals het Wegenverkeersreglement, het Besluit periodieke keuring motorrijtuigen en de Rijkskeuringsvoorschriften. Deze regelingen zijn in de onderhavige wet tot een geheel gesmeed en tevens aangepast aan internationale voorschriften zoals EG-richtlijnen en de voorschriften van de Economic Commission for Europe (ECE).
De WVW 1994 in administratief perspectief
VRA 1995, p. 193
Mr L. Edzes-Eijsackers
WVW 1994
Verkeerstekens en verkeersmaatregelen op of aan de weg zijn geregeld in hoofdstuk II. De systematiek is uitgewerkt in het RVV 1990 en het BABW, die reeds genoegzaam bekend zijn en hier geen verdere bespreking behoeven.
De toelating en het gebruik op de weg is geregeld in de hoofdstukken III en V van de wet. De praktische uitvoering is opgenomen in het Voertuigreglement. Inhoudelijk is er tussen het complex van regelingen en de huidige samenvoeging niet veel verschil.
In Hoofdstuk III zijn opgenomen de toelatingseisen voor het voertuig voor een eerste toelating tot de weg. In hoofdstuk 2 en 3 van het Voertuigreglement zijn de regels neergelegd voor de praktische uitvoering van de toelatingseisen.
Voor het gebruik op de weg van het voertuig zijn in hoofdstuk V de permanente eisen opgenomen, onderverdeeld in technische eisen en gebruikseisen. Hieronder valt de APK-keuring, die inmiddels door het Europese Hof van Justitie in een beslissing van 5 oktober 1994 (VR 1994, 237; NJ 1995, 209) niet in strijd is bevonden met de EG-bepalingen inzake het vrije verkeer van goederen en dus voldoet aan de Europese regelgeving. Tevens is in dit hoofdstuk geïntroduceerd de erkenningsregeling inzake de periodieke keuring en de wijziging van de constructie van voertuigen.
Ten behoeve van openbare diensten zijn in hoofdstuk VII voor het gebruik van de weg vrijstellingsbepalingen opgenomen. Tot nu toe was het alleen mogelijk beperkingen van de snelheidsgrenzen in de ontheffing op te nemen, maar aan een ontheffing kunnen nu ook andere voorwaarden worden verbonden.
Kentekens en kentekenbewijzen
In Hoofdstuk IV van de wet is de meest ingrijpende wijziging opgenomen en uitgewerkt in het Reglement kentekenregistratie. Voorheen waren het Kentekenregister en het APK-register gekoppeld en werden gegevens uitgewisseld met het WAM-register en het WMB-register.
Nu wordt voor personenvoertuigen uitgegaan van het houderschapsbeginsel. De verschillende registers waarin de verplichtingen van de motorrijtuighouder worden geregistreerd zijn gekoppeld. Dit betekent in de praktijk dat, zodra om afgifte van een kentekenbewijs wordt verzocht, men tegelijkertijd aangifte doet voor de motorrijtuigenbelasting en een aanslag automatisch wordt toegestuurd. Verder bestaat er voor de houder de verzekeringsplicht en APK-plicht. Voor deze plichten is een aparte handeling van de houder noodzakelijk om de WAM-verzekering af te sluiten resp. de APK-keuring te laten verrichten. Het houderschapsbeginsel geldt niet voor autobussen en vrachtauto's. Bij deze motorrijtuigen doet het gebruik op de weg de verplichtingen ontstaan en kan voor een beperkte periode aan de verplichtingen worden voldaan.
Voor houders van aanhangwagens van meer dan 750 kg is, ingevolge bepalingen in het Verdrag van Wenen, de verplichting ingevoerd een kentekenbewijs aan te vragen. Ook geldt de APK-plicht. Deze aanhangwagens krijgen een zelfstandig kenteken, wat niet het geval is met de aanhangwagens onder de 750 kg die een van het motorvoertuig afgeleid kenteken krijgen. De afzonderlijke kentekenplicht voor de aanhangwagens boven de 750 kg gaat waarschijnlijk in per 1 januari 1996.
Over de uitvoering en de afgifte van kentekenplaten zijn de verschillende instanties nog in overleg. Ook hierover moet men het per 1 januari 1996 eens zijn. Waarschijnlijk worden voor ieder motorrijtuig twee gewaarmerkte kentekenplaten afgegeven en voor de lichte aanhangwagen een afwijkende kentekenplaat met hetzelfde nummer. Niet bekend is of voor ieder trekkend voertuig een dergelijke plaat afgegeven wordt en onder welke voorwaarden. Overigens moet ook een oplossing gevonden worden voor de kentekenplaat die gebruikt gaat worden op de fietsdragers, die op de kogel van de trekhaak gemonteerd worden. Ook dit systeem moet naar mijn mening op fraudegevoeligheid getoetst worden. Voor de zwaardere aanhangwagens geldt dit probleem niet omdat die wagens een eigen kenteken krijgen en dus een eigen kentekenplaat. Wat bij deze aanhangwagens en in het bijzonder bij caravans wel een probleem blijkt is het gewicht dat bij de type-goedkeuring wordt vastgesteld. Individuele aanhangwagens van hetzelfde type hebben veelal een afwijkend gewicht. Dit kan komen door aanpassingen bij de koop of bij de type-goedkeuring niet meegerekende inrichtingsstukken. Er kunnen zich dan twee problemen voordoen. Als de caravan door het andere gewicht boven de 750 kilogram komt is een registratiebewijs nodig. Een tweede probleem doet zich voor indien de verhouding tussen het gewicht van de trekauto en de caravan niet meer voldoet aan de rijbewijsvoorschriften voor rijbewijs B. Dat zou - nog los van de technische problemen - de bestuurder noodzaken apart een rijbewijs E te halen.
De kentekenplicht voor in het buitenland geregistreerde aanhangwagens voor gebruik in Nederland is in de nieuwe wet vervallen, mits deze aanhangwagen in het buitenland is toegelaten tot het internationale verkeer. Dit betekent dat een buitenlands gekentekende caravan door een Nederlands gekentekende auto ook in Nederland getrokken mag worden.
De criteria bij het aanvragen van het kentekenbewijs zijn verscherpt. Als legitimatie wordt alleen toegestaan een rijbewijs of een paspoort, dat laatste vergezeld van een uittreksel uit het bevolkingsregister dat niet ouder mag zijn dan 3 maanden. Kopieën worden niet geaccepteerd. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de aanvrager in persoon bij de uitgevende instantie zou verschijnen. Dit is door protesten van de autobranche aangepast. De aanvraag kan nu ook geschieden door de dealer. Dit moet zijn een in Nederland gevestigde rechtspersoon, wiens gemachtigde, degene die de aanvraag verricht, moet voldoen aan de eisen die ook voor natuurlijke personen gelden. Dat wil zeggen: in Nederland woonachtig zijn en boven de 18 jaar.
Voor vervoer van het motorrijtuig over de weg naar het buitenland wordt een exportkenteken afgegeven dat 2 weken geldig is.
Het Kentekenbewijs bestaat uit vier delen: deel I, deel II, deel III en een overschrijvingsbewijs. Dit vierde deel is het oude kopie-deel III. Het kentekenbewijs deel III zal per 1 januari 1997 vervallen. De adresgegevens die op dit deel van het kentekenbewijs staan zijn dan opgenomen in het registerbestand.
Personen of erkende bedrijven kunnen voertuigen in hun bedrijfsvoorraad opnemen. Het aangevraagde kentekenbewijs heeft een speciaal deel II. Deze regeling is bedoeld voor de inruilauto's die in de bedrijfsvoorraad - tijdelijk - worden opgenomen. Dit handelaarskenteken kan via een online-verbinding met de RDW of via de gebruikelijke kanalen aangevraagd worden. Na de aanmelding ontvangt het bedrijf een vrijwaringsbewijs dat aan de vorige eigenaar ter hand wordt gesteld, zodat diens verplichtingen uit het kentekenregister zijn opgeheven. Het handelaarskenteken heeft als voordeel dat geen APK-keuring behoeft plaats te vinden en verder een lager tarief motorrijtuigenbelasting en andere verzekeringsvoorwaarden van toepassing zijn.
Om het in het nieuwe registratiesysteem ook mogelijk te maken motorrijtuigen in een bedrijfsvoorraad te verzekeren, zal de WAM gewijzigd worden. De verzekeraar meldt de verzekeringsovereenkomst en de garagehouder welke motorrijtuigen onder de polis vallen. Verlaat een motorrijtuig de bedrijfsvoorraad, dan eindigt de dekking.
De kentekenplicht is niet gekoppeld aan het houden van een voertuig maar aan het gebruik van de weg. Pas bij het eerste gebruik dient daarom een kentekenbewijs aangevraagd te worden. Echter het systeem van registreren - gebaseerd op houderschap - heeft tot gevolg dat de registratie, wanneer geen gebruik meer gemaakt wordt van de weg, niet automatisch wordt opgeheven. Daarvoor is de schorsingsregeling in het leven geroepen.
Het is mogelijk schorsing van de houderschapsverplichtingen voor maximaal een jaar aan te vragen. Dat wil zeggen dat men dan geen motorrijtuigenbelasting meer behoeft te betalen. Wel zijn aan de schorsing kosten verbonden: ƒ 150 voor de eerste aanvraag met ƒ 50 voor een aansluitende aanvraag. Voor een niet-aansluitende aanvraag binnen een jaar is het tarief ƒ 250. Voor verzamelaars, in het bezit van motorrijtuigen ouder dan 15 jaar, is een apart tarief ingevoerd. Op dit moment wordt een speciale regeling voorbereid voor voertuigen die definitief bestemd zijn voor gebruik buiten de weg. Het gaat daarbij om voertuigen die bedrijfsmatig worden gebruikt op een bedrijfsterrein, voor agrarische of educatieve doeleinden of in de auto- of motorsport.
Na de schorsing moet opnieuw het kentekenbewijs aangevraagd worden. Alleen een nieuw deel II wordt verleend: op het oude deel II was de schorsing aangetekend en men krijgt nu een zogenaamd 'schoon' deel II. De procedure is dezelfde als die bij de normale aanvraag van kentekenbewijzen.
Overigens is rijden tijdens de schorsingsperiode alleen mogelijk voor het laten uitvoeren van de APK-keuring. Deze keuring geeft die mogelijkheid ook indien het kentekenbewijs ongeldig dan wel ingevorderd is. In de laatste twee gevallen kan het motorrijtuig ook op de weg staan, indien niet aan de technische eisen voldaan wordt.
In de wet zijn uitgebreid de gronden opgenomen waarop het kentekenbewijs ongeldig kan worden verklaard. Ten aanzien van de voertuigen die buiten gebruik worden gesteld is een nieuwe regeling opgenomen. Sloop van motorrijtuigen kan alleen geschieden door erkende bedrijven. Deze kunnen het motorrijtuig afmelden bij het register. Een particulier heeft deze mogelijkheid van afmelding niet, zodat zijn belasting- en verzekeringsverplichtingen doorlopen. De sloop van motorfietsen en aanhangers valt niet onder deze regeling en kan dus wel door de particulier gemeld worden.
Inlichtingen uit het register kunnen aan belanghebbenden worden gegeven. Belanghebbenden zijn particulieren, beroepsbeoefenaren (waaronder de juridische hulpverleners), personen en instanties met publiekrechtelijke taken en belangenbehartigers van de automobielbranche. Particulieren kunnen alleen de gegevens van door hen opgegeven kentekens krijgen als de geregistreerde daarin toestemt. Daarop is een uitzondering gemaakt voor betrokkenen bij een verkeersongeval waarbij schade is ontstaan en waarvan een proces-verbaal is opgemaakt. Het toestemmingsvereiste - dat door de geregistreerde van te voren in het register kan zijn vastgelegd - geldt niet voor de andere belanghebbenden.
In het Privacyreglement is opgenomen aan welke autoriteiten de gegevens uit het Kentekenregister verstrekt worden. Hieronder vallen ook buitenlandse autoriteiten.
Ten aanzien van de gegevens uit het register met betrekking tot lease-auto's is een uitzondering gemaakt. In het register zijn lease-auto's te herkennen. Hierdoor is het mogelijk de lease-maatschappij aan te spreken op de verzekerings- en belastingplicht. De leasenemer wordt aangesproken voor de verkeersovertredingen.
Controle op de verschillende houderschapsverplichtingen vindt plaats via het register. Dat kan niet ten aanzien van de handelaarskentekens, de schorsingsregeling, voertuigen die in het register als gesloopt te boek staan en zich toch op de weg bevinden, en het onterecht voeren van een buitenlands kenteken. Vooral ten aanzien van gesloopte voertuigen is in het licht van de verkeersveiligheid een goede controle onmisbaar. Of voor deze controle de nodige voorzieningen zijn getroffen, is de vraag.