pag. 324 VR 1997, Aansprakelijkheid van de Staat bij spiegelglad ZOAB-wegdek

VRA 1997, p. 324
1997-11-01
Mr E.J. Wervelman
Een nieuw soort asfalt - Zeer Open Asfalt Beton (ZOAB) genaamd - wordt de laatste jaren veelvuldig als wegdek aangebracht op auto(snel)wegen. Een ZOAB-wegdek heeft enige zeer positieve eigenschappen: het vermindert sterk het verkeerslawaai en voert het regenwater goed af. Niettemin heeft het de nare bijkomstige eigenschap bij bevriezing spekglad te worden, getuige alleen al de op ZOAB 's winters veelvuldig voorkomende aanrijdingen.
Recentelijk heeft de Staat der Nederlanden - als wegbeheerder van de autosnelwegen - het begin van een ZOAB-weggedeelte voorzien van een verkeersbord met het opschrift 'ZOAB'. Sporadisch is het bord toegelicht met de woorden 'langere remweg'. Soms wordt ook - met een ander onderbord - de lengte van het weggedeelte aangeduid. Het lijkt wel of de Staat een weggebruiker voor potentieel gevaar wil waarschuwen. Of zij daarin op deze wijze slaagt, is echter ten zeerste de vraag. Dit artikel behandelt de aard en strekking van het verkeersbord. Vervolgens stelt het aan de orde welke gevolgen de eigenschappen van het ZOAB, en de bekendheid daarmee, heeft voor de aansprakelijkheid van de Staat als wegbeheerder.
Aansprakelijkheid van de Staat bij spiegelglad ZOAB-wegdek
VRA 1997, p. 324
Mr E.J. Wervelman
BW art. 6:174 BW art. 6:101
1
Inleiding
Een weggebruiker dient op een potentieel gevaar te worden geattendeerd, zo kan uit recente jurisprudentie worden opgemaakt. Een tweetal uitspraken die in elkaars verlengde liggen, is van groot belang.
Allereerst een vonnis van de Rechtbank Utrecht[1] omtrent de bussluis en vervolgens een arrest van de Hoge Raad[2] omtrent een splitlaag (Annema/Staat). Gezien de casus geef ik de voorkeur aan bespreking van het vonnis van de Rechtbank Utrecht boven die van het arrest van de Hoge Raad inzake gemeente Diemen/Rep Tax[3] . Dit arrest zal worden behandeld bij de bespreking van het arrest Annema/Staat (splitlaag).
Casus bussluis
De gemeente Amersfoort had in navolging van een aantal andere gemeenten in Nederland een bussluis aangelegd. Daarbij werden op een afstand van 30 meter voor de bussluis borden geplaatst waarmee onder andere automobilisten werd verboden om de betreffende straat in te rijden. Geen van deze borden waarschuwde de weggebruiker voor de aanwezigheid van een bussluis. Die waarschuwing werd pas later gegeven op een afstand van ong. 10 meter voor de sluis zelf, door middel van een onderbord met het opschrift 'bussluis'.
Naar het oordeel van de rechtbank geeft het waarschuwingsbord in combinatie met het onderbord niet duidelijk aan welk gevaar er voor de automobilist dreigt, met name niet dat deze met de auto bij het doorrijden in een kuil terecht zal komen, met alle schade van dien. Ook is volgens de rechtbank niet zonder meer voor iedere weggebruiker duidelijk wat nu precies met een bussluis bedoeld wordt.
Casus splitlaag
Een automobiliste reed op een avond in 1987 over een onverlichte provinciale weg. De weg was kort tevoren voorzien van een laag split en nog niet geveegd. Voor het begin van het bewuste weggedeelte was een aantal verkeersborden aangebracht om de weggebruiker te waarschuwen voor het werk in uitvoering en voor opspattende stenen. De onfortuinlijke bestuurster, mevrouw Annema, raakte - na 165 meter over de splitlaag te hebben gereden - in een slip en kwam tot stilstand tegen een boom. Zij stelde de Staat voor het ongeval aansprakelijk. Daar deze geen aansprakelijkheid erkende, sprak zij de Staat in rechte aan, stellende dat de Staat aansprakelijk was op grond van onrechtmatige daad. De weggebruiker werd niet gewaarschuwd werd voor de ter plaatse aanwezige gevaarssituatie - in de vorm van een laag split - terwijl ook op geen enkele andere wijze maatregelen ter voorkoming van ongevallen als haar overkomen waren genomen.
Zowel Annema als de Staat nam als uitgangspunt het arrest van de Hoge Raad van 20 maart 1992[4] waarin hij overweegt (r.o. 3.3):
'Vooropgesteld moet worden dat in het algemeen op de gemeente die moet zorgen dat een openbare weg in goede staat verkeert, de plicht rust ervoor te zorgen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen en zaken niet in gevaar brengt. Hieruit vloeit voort dat, wanneer de gemeente ter fysieke ondersteuning van verkeersmaatregelen een weg zodanig inricht dat deze zonder beveiligingsmaatregelen gevaar oplevert voor personen en zaken, zij door deugdelijke beveiligingsmaatregelen, zoals waarschuwingen, ervoor zorg behoort te dragen dat de veiligheid van personen en zaken voldoende gewaarborgd blijft, waarbij de gemeente mede in aanmerking heeft te nemen dat niet alle verkeersdeelnemers steeds de nodige voorzichtigheid en oplettendheid zullen betrachten.'
Het hof oordeelde - met Annema - dat een weg die met een laag split wordt bestrooid in het algemeen, en in het bijzonder voordat er is geveegd, een potentieel gevaar oplevert voor personen en zaken. Echter, dat was hier niet het geval, nu voldoende was gewaarschuwd en de risico's van het rijden op een weg met een dergelijk wegdek bekend mogen worden verondersteld, aldus het hof. De Hoge Raad maakte korte metten met dit oordeel. Hij acht de getroffen maatregelen onvoldoende als beveiliging tegen het door Annema gestelde bijzondere gevaar dat voortvloeide uit de aanwezigheid van de splitlaag:
'(…) in elk geval niet (valt) in te zien, dat dit zo algemeen bekend is dat de bestuurder van een auto bij het zien van een bord dat voor opspattende stenen waarschuwt (…), terstond dient te beseffen dat hij ook voor slipgevaar wordt gewaarschuwd,'
aldus de Hoge Raad (r.o. 3.4.1).
2
Het ZOAB-verkeersbord
Het verkeersbord met het opschrift 'ZOAB' maakt de weggebruiker erop attent dat het te berijden weggedeelte is voorzien van ZOAB. Niet meer en niet minder dan dat. De in het bord gelegen waarschuwing heeft dus eenzelfde gevolg als dat van een bussluis en dat van de splitlaag. Ook die borden maken de weggebruiker immers attent op een bepaalde gesteldheid van de weg. Zal deze bij het woord 'ZOAB' in de woorden van de Hoge Raad terstond beseffen dat hij ook voor potentieel slipgevaar wordt gewaarschuwd? Ik meen van niet. Het bord waarschuwt immers niet eens voor een specifiek gevaar. Het onderbord 'langere remweg' waarschuwt uitsluitend voor een langere remweg en dus niet voor een verhoogd slipgevaar. Bovendien is het maar de vraag in hoeverre onder weggebruikers wel zo algemeen bekend is dat ZOAB bij bevriezing spiegelglad kan worden. Ik wijs hierbij met name op de daartoe strekkende overweging van de Rechtbank Utrecht in het hiervoor behandelde vonnis. En dan nog: als een Nederlander dit al beseft, behoeft dit nog niet te gelden voor een buitenlander. Een Fransman weet waarschijnlijk al niet wat het woord 'ZOAB' betekent, laat staan dat hij uit dit woord kan opmaken dat het te berijden weggedeelte door opvriezing glad kan zijn.
Staat het de wegbeheerder voor ogen tegen slipgevaar te waarschuwen, dan dient hij dit ondubbelzinnig te doen. Met de huidige bebording slaagt hij daarin niet.
3
Resumé
Het is de Staat bekend dat een ZOAB-wegdek bij bevriezing glad kan worden. Een ZOAB-wegdek voldoet dus niet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, waardoor het gevaar kan opleveren voor weggebruikers.
Bovendien waarschuwt de Staat weggebruikers ook niet tegen potentieel slipgevaar. Zo al een onderbord 'langere remweg' is aangebracht, dan nog waarschuwt dit bord uitsluitend voor een langere remweg. Uit Annema/Staat blijkt dat een weggebruiker zich op basis van het enkele ZOAB-bord niet van slipgevaar - als een met ZOAB of een langere remweg gepaard gaand risico - bewust hoeft te zijn. Indien wordt aangenomen dat er aansprakelijkheid van de Staat bestaat op grond van artikel 6:174 BW is het uiteraard niet uitgesloten dat de automobilist eigen schuld op grond van artikel 6:101 BW in de schoenen geschoven kan worden. Bespreking daarvan zou in het kader van dit artikel te ver voeren.
[1] Rechtbank Utrecht 19 februari 1992, VR 1992, 114.
[2] Hoge Raad 6 september 1996, VR 1997, 14.
[3] Hoge Raad 20 maart 1992, VR 1992, 113.
[4] VR 1992, 113 (bussluis).