Zomaar wat gedachten ...
Vanaf de Romeinse tijd bestaat bij het grote publiek afkeer tegen de ondoorzichtige wijze waarop de advocaat zijn werk pleegt uit te voeren. En werkelijk, die kritiek is niet zonder grond. Gezeteld op een toren van (door Kluwer) uitgegeven wetboeken en vakbladen beschouwd de advocaat de wereld en denkt dat deze (voor hem) goed is.
Nee, en al heb ik met deze inleiding de schijn tegen, dit wordt geen stukje waarin de advocatuur er weer eens goed van langs krijgt; geen stukje waarin de advocatuur wordt neergezet als enkel zakkenvullende golfbaanbetreders.
In een recent tv-spotje van een verzekeringsmaatschappij wordt een advocaat in de spotlights gezet die alle negatieve clichés in zich verenigt. (“Mijn klant is niet de enige die aan zijn handicap moet werken” ...) En wat gebeurt er? De clubs waarin de letselschadeadvocatuur zich georganiseerd heeft, trekt ten strijde. Het geeft geen pas de advocatuur zo neer te zetten enz. enz. (zich daarbij niet realiserend dat door zo te handelen het cliché alleen maar bevestigd wordt).
Waar gaat dit stuk tekst dan wel over?
Ik wil het hebben over de Gedragscode personenschade, het onvolprezen project van de Universiteit van Tilburg om te komen tot een beter gestroomlijnde afwikkeling van letselschades. Sinds jaar en dag zijn er bezwaren tegen de doorlooptijden en ik hoef maar te wijzen naar het rapport van Stichting de Ombudsman van 2004 om aan te geven dat er daadwerkelijk iets aan de hand is in personenschadeland. De manier waarop binnen de personenschadewereld zaken afgewikkeld worden, is voor de maatschappij eenvoudigweg niet acceptabel meer. Het duurt te lang, het is te complex, de rol van het slachtoffer is gemarginaliseerd enz. enz.
Nu kan je als insider best vinden dat het allemaal zo kwaad niet gaat en dat het allemaal niet veel anders kan, maar die houding maakt dat je aan geloofwaardigheid inboet.
En dat is nu net wat ik zie gebeuren in de pogingen om tot een Gedragscode personenschade te komen. Daar waar verzekeraars best kritisch ten aanzien van de gedragscode zijn, zijn zij wel zover dat zij zich de kritiekpunten van de samenleving aantrekken en bereid zijn dingen te veranderen en daarover na te denken. De advocatuur echter trekt zich terug op de eigen stellingen en geeft - met een beroep op de eigen gedragsregels - aan dat het allemaal niet kan. Een fraaier voorbeeld van navelstaarderij ziet men zelden.
Natuurlijk, op de Gedragscode kan je best een hoop kritiek hebben maar door bij voorbaat blokkades op te werpen acteer je niet echt (echt niet?) handig. Toetssteen zou ook voor de advocatuur moeten zijn of het voor de benadeelde beter kan in die zin dat hij of zij sneller haar geld krijgt tegen minder - al dan niet geestelijke - belasting. En daar waar de Gedragscode een aanzet is om via procesafspraken die zaken aan de orde te krijgen die er werkelijk toe doen, moet gezegd dat met de gedragscode winst te boeken valt. Een bron van discussie. Hoe we deze zaak gaan aanpakken, wordt immers als bron van conflict, en dus tijdsverlies, geëlimineerd.
Wie kan daar tegen zijn?
Niet de verzekeraars, niet de slachtofferverenigingen, niet de individuele benadeelden, niet de medici, niet de arbeidsdeskundigen, niet de werkgevers, maar dus wel de advocatuur. En dat is niet handig.
Kom van die toren af. Bekijk de maatschappij op een iets andere wijze dan enkel juridisch en werk constructief mee. Natuurlijk, het zou zo kunnen zijn dat in een enkel geval een gedragscode tot onwenselijke gevolgen zou kunnen leiden voor een individuele benadeelde - ik kan me daarbij overigens niet direct iets concreet voorstellen - maar is dat dan reden om een gedragscode die voor heel veel benadeelden wel iets op zal leveren naar de prullenbak te verwijzen?
Ik meen van niet.