Winterbanden

Column 20 december 2006

Het is maar weinig automobilisten ontgaan dat Duitsland sinds 1 mei j.l. rijden met winterbanden verlangt als de weersomstandigheden dat eisen. Eigenlijk speelde dat al vorig jaar toen de nieuwe regeling werd aangekondigd. Onder meer de ANWB wordt overspoeld met vragen hierover. Veel Nederlandse automobilisten hebben bezwaar, omdat winterbanden al gauw 500,- euro kosten en veel bergruimte vragen. Inmiddels is de commercie erop gedoken met verhuur van winterbanden en opslagplaatsen.
Vanwaar de noodzaak van speciale winterbanden? Vroeger had niemand die. Als het glad was, kon je eigenlijk niet rijden. Deed je het toch, dan nam je het risico van een aanrijding. Het is tegenwoordig een kwestie van rubbersamenstelling en profiel. Winterbanden hebben een zachtere rubbersamenstelling (meer silica) en een ander profiel dan gewone banden. Daarom zijn de winterbanden bij bepaalde weersomstandigheden veiliger. De auto komt dan een stuk eerder tot stilstand dan met ‘zomerbanden’. Met name beneden de 7° C presteren de winterbanden beter. De veiligheid zou dus de primaire reden moeten zijn om winterbanden te monteren.

Vorig jaar waren de winterbanden niet meer aan te slepen. Dat is ook dit najaar het geval, nu het rijden met winterbanden onder bepaalde weersomstandigheden inmiddels in Duitsland wettelijk is voorgeschreven. Vooral de Nederlandse wintersporters, die veelal door Duitsland rijden, komen met de vragen: “Wat zijn winterse omstandigheden?”, “Bij welke temperatuur?” of “Vanaf wanneer moet ik winterbanden onder hebben?” en “Moet ik alle vier de banden verwisselen?”. Er schijnen al geluiden te zijn over bekeuringen net even over de grens bij najaarsweer.
Wat staat er op dit punt in de Duitse wet, § 2 Abs. 3a StVO? “Bei Kraftfahrzeugen ist die Ausrüstung an die Wetterverhältnisse an zu passen. Hierzu gehören insbesondere eine geeignete Bereifung und Frostmittel in der Scheibenwaschanlage. (...)”. Volgens een kort commentaar op de nieuwe regeling van Burhoff (RiOLG Detlef Burhoff, Aktuelle Änderungen in den Verkehrs- und Bussgeldvorschriften, Verkehrsrecht aktuell 5/2006, p. 88 en 89) is de regeling in het bijzonder in het leven geroepen om ernstige verkeershinder te voorkomen. Volgens deze auteur heeft de wetgever ervan afgezien het begrip winterbanden te definiëren, omdat er geen wettelijke bepalingen of internationale verdragen zijn die aangeven wat er onder winterbanden verstaan moet worden. Dit wordt bevestigd door de staatssecretaris voor Verkeer, Bouw en Stadsontwikkeling, Jörg Hennerkens, volgens wie de nieuwe regeling een verduidelijking is van de bestaande regels. De vraag is of dat zo is; daarop ga ik hierna kort in.
In de praktijk herkent men de winterbanden aan ‘Winter’ of het berg/sneeuwvloksymbool. Daarnaast zijn er banden met het symbool ‘M+S’, d.w.z. modder- en sneeuwbanden ofwel banden voor alle seizoenen. Deze ‘keurmerken’ zijn eigenlijk niet meer dan fabrieksaanduidingen. De laatste zouden ook ’s winters voldoen, maar volgens de ANWB-website presteren die toch minder goed op besneeuwde wegen.

Het Duitse winterbandenvoorschrift kost niet alleen de Nederlandse weggebruiker heel wat hoofdbrekens, maar ook menig praktijkjurist. De winterbandverplichting is neergelegd in een gedragsregel en niet in een uitrustingseis. Het verschil is dat het enkele feit dat men geen winterbanden onder heeft, niet strafbaar is, maar wel het rijden zonder die banden onder bepaalde weersomstandigheden. Er is gekozen voor een gedragsregel om art. 3 lid 3 van het Verdrag van Wenen van 8 november 1968 te omzeilen, waarbij onder meer is bepaald dat de verdragsluitende partijen in hun eigen gebied motorvoertuigen uit andere landen moeten toelaten die voldoen aan de technische eisen uit het verdrag. Gegeven de bepalingen uit het verdrag:
- dat een verdragsluitend land t.a.v. de aldaar geregistreerde motorvoertuigen aanvullende of strengere eisen mag stellen dan de technische eisen, genoemd in bijlage 5 van het verdrag,
- dat een verdragsluitend land de eigen regels moet aanpassen aan de technische eisen van bijlage 5 van het verdrag,
- dat daarnaast alle voertuigen moeten voldoen aan de technische voorschriften die in het land van registratie van kracht waren toen zij voor het eerst in gebruik werden gesteld en dat als zij hieraan voldoen, moeten worden toegelaten in het bezochte verdragsluitende land,
kan een land m.b.t. een bezoekend motorvoertuig geen ‘extra’ technische eisen stellen, d.w.z. die verder gaan dan die zijn opgenomen in bijlage 5 van het verdrag en zijn gesteld in het land van registratie van het bezoekend voertuig.
Dit is althans ook de uitleg van de Europese Commissie n.a.v. een schriftelijke vraag in 2000 (Pb. C89 E/105). Het is ook een begrijpelijke regeling. Het is ondoenlijk als het internationale verkeer telkens bij het passeren van een landsgrens de techniek en uitrusting van het voertuig moet aanpassen, áls de aanvullende eisen van het land dat wordt binnengereden al bekend (kunnen) zijn.
Nederland heeft het verdrag niet ondertekend. Dat zou wellicht een complicerende factor kunnen zijn m.b.t. de winterbandenplicht, maar mij lijkt dat de bovenstaande regeling in het Verdrag van Wenen ook geldt t.a.v. motorvoertuigen uit landen die geen partij zijn bij het verdrag, omdat art. 3 lid 3 spreekt over motorvoertuigen in het internationale verkeer. Anders zou het trouwens helemaal een janboel worden.

Eigenlijk is het hesjesvoorschrift, dat twee jaar geleden in het nieuws was en in sommige landen geformuleerd is als een gedragsregel, een verkapte uitrustingseis. Dat geldt nog sterker voor de Duitse winterbandenverplichting, want in het grootste deel van Europa is ’s winters de kans op weersomstandigheden die vragen om winterbanden natuurlijk erg groot. Navraag, eerder dit jaar, bij de Nederlandse vertegenwoordiging van de Europese Commissie leerde dat de commissie van mening is dat het op de Duitse manier wel geregeld kan worden.

Er is echter nog meer aan de hand met de winterbandenverplichting. Het is niet alleen een verkapte uitrustingseis, maar ook zijn de eisen die voor deze uitrusting zouden moeten gelden onbepaald. Dat betekent dat de politieman op straat maar moet beoordelen of de banden voldoen, gelet op de weersomstandigheden. Profieldiepte kan hij nog inschatten, maar de rubbersamenstelling? Of gaat hij eenvoudigweg af op de niet wettelijk geregelde, van de fabriek afkomstige symbolen of opschriften op de band? Voldoen de terreinbanden van een SUV of Jeep? Kan men, zoals Burhoff (t.a.p.) suggereert, het verweer voeren dat men is overvallen door de slechte weersomstandigheden? Moeten we niet eigenlijk het hele jaar met winterbanden rijden en de hogere slijtage maar voor lief nemen? Of presteren de winterbanden zomers slechter? Ziedaar het grote gevaar van het gieten van een uitrustingseis, die nota bene onvoldoende is bepaald, in een gedragsregel. De duidelijkheid is voor de weggebruiker ver te zoeken. Het valt ook eigenlijk niet uit te leggen. Overigens kan in Duitsland het niet hebben van winterbanden bij bepaalde weersomstandigheden niet alleen leiden tot strafbaarheid, maar ook tot toerekening van (een deel van) de schade bij een aanrijding.

Het wordt tijd dat de voertuig- en voertuiguitrustingseisen in Europa worden geharmoniseerd op basis van duidelijke technische eisen. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om voor heel Europa vijf maanden winterbanden te verlangen, als die echt zoveel veiliger zijn?
Wintertijd, winterbanden!