Verkeersrecht 2018-3

Editie
Datum uitgave: 

VR 2018/34 Bestraffing en strafbaarstelling van ernstige verkeersdelicten

Artikel
VR 2018/34 Bestraffing en strafbaarstelling van ernstige verkeersdelicten Mr. A. Postma & prof. mr. H.D. Wolswijk * * A. Postma is wetenschappelijk medewerker van het wetenschappelijk bureau van de Hoge Raad; H. D. Wolswijk is hoogleraar straf(proces)recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en redacteur van Verkeersrecht. 1. Inleiding Over de straftoemeting bij ernstige verkeersdelicten bestaat veel maatschappelijke discussie. In de media is nogal eens het geluid te horen dat slachtoffers en nabestaanden de opgelegde straffen te laag vinden. Teleurstelling is er soms ook over de juridische

VR 2018/35 Verkeer en evenement

Artikel
VR 2018/35 Verkeer en evenement Mr. M.B.P. Kuitenbrouwer * * Momenteel werkzaam via een detacheringsburo bij de gemeente Amsterdam op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur en het openbare-orde-recht. Heeft van 2003 tot en met 2010 werkervaring opgedaan bij twee gemeenten op het gebied van de evenementenvergunning en op het gebied van aansprakelijkheid en verzekering. Inleiding Al weer enige tijd geleden is in dit tijdschrift aandacht besteed aan de ‘Wegafsluiting bij evenementen’. 1) Diverse ongevallen tijdens evenementen, zoals met de ‘Monstertruck’ in Haaksbergen in september 2014

VR 2018/36 Achtervolging van fietser met auto. Zware mishandeling.
Opzet.

Jurisprudentie
Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte een zeer risicovolle situatie in het leven heeft geroepen door, kort gezegd, met zijn auto een drietal op de fiets voor hem uit vluchtende jongens te achtervolgen op een smal fietspad dat geen mogelijkheid bood om uit te wijken. Voorts heeft het hof geoordeeld dat de mate van gevaarzetting van deze gedraging blijkt uit de omstandigheid dat de verdachte, nadat een van de jongens was gevallen, zijn auto niet tijdig tot stilstand wist te brengen en de fiets niet wist te ontwijken. Hieruit heeft het hof afgeleid dat de verdachte, door een combinatie van te

VR 2018/37 Dood door schuld. Rijden onder invloed. Duisternis.

Jurisprudentie
Verdachte heeft als beginnend bestuurder onder invloed van alcohol op een donkere, onverlichte weg een uitwijkmanoeuvre uitgevoerd en zich daarbij onvoldoende vergewist of de weghelft waar hij naar uitweek vrij was. Verdachte had het slachtoffer naar het oordeel van het hof onder de in de onderhavige zaak genoemde omstandigheden bij oplettend rijden zodanig tijdig kunnen en moeten opmerken, dat hij een aanrijding had kunnen voorkomen. Daarmee is naar het oordeel van het hof voldoende vast komen te staan dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld in de zin van

VR 2018/38 Dodelijk ongeval. Opzet? Roekeloosheid? Schuld? Psychose door
drugsgebruik. Straf.

Jurisprudentie
Verdachte reed met een zeer hoge snelheid over de A2 (gemiddeld 217 kilometer per uur). Met deze zeer hoge snelheden reed verdachte afwisselend over de meest linker rijstrook en over de vluchtstrook. Rijdend over de vluchtstrook haalde hij andere verkeersdeelnemers in. Van remmen tijdens die inhaalmanoeuvres is niet gebleken. Vlak voor de plek van de botsing was sprake van een vermindering van het aantal rijstroken en eindigde de vluchtstrook door middel van een verdrijvingsvlak. Borden aan de kant van de weg, pijlen op het wegdek en het verdrijvingsvlak lieten zien dat de vermindering van het