Verkeersrecht 2019-12

Editie
Datum uitgave: 

VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor

Artikel
VR 2019/200 Schadeherstelrecht: de tijd is er rijp voor J. Dierx * * Bestuurder/mediator bij De Mediation Coöperatie en lid van de commissie van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Inleiding In dit artikel wordt betoogd dat toepassing van herstelrecht en mediation in de Nederlandse letsel- en overlijdensschadepraktijk wordt onderbenut. Restorative Justice (herstelrecht) is een theorie over recht-doen door het herstellen van schade, veroorzaakt door strafbaar gesteld of onrechtmatig gedrag. Dit wordt het best bereikt door vormen van samenwerking tussen alle belanghebbenden (deze omschrijving is

VR 2019/201 'Roekeloze rijders' en rare wetgeving

Column 18 december 2019
VR 2019/201 ‘Roekeloze rijders’ en rare wetgeving Al enige tijd geniet de figuur van de ‘verkeershufter’ verhoogde aandacht van de zijde van politie en justitie. Personen die zich structureel niets aan elementaire verkeersregels gelegen laten liggen, zouden streng moeten worden aangepakt. Om dit mogelijk te maken, is al meermalen gezegd dat in de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften een soort recidiveregeling zou moeten worden opgenomen. Dat houdt in dat het herhaaldelijk plegen van meerdere verkeersovertredingen in een kortere periode, meestal gaat het over

VR 2019/202 Dood door schuld. Bestuurder van politieauto. Optische en geluidssignalen.

Jurisprudentie
De verdachte is, terwijl het verkeerslicht in zijn richting rood licht uitstraalde, met de door hem bestuurde politieauto over de busbaan een grote kruising opgereden met een snelheid van ten minste 90 km/u, waarbij alleen al de remweg even lang was als de gehele kruising, en is in botsing is gekomen met het slachtoffer dat van rechts op een snorfiets aankwam. Zodanig verkeersgedrag kan in beginsel de gevolgtrekking dragen dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gereden en dat het verkeersongeval aan de schuld van de verdachte als bedoeld in art. 6 WVW 1994 is te wijten.Dat kan in

VR 2019/203 Uitstel onherroepelijk worden uitspraak.

Jurisprudentie
In zijn arrest van 30 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:2002, heeft de Hoge Raad overwogen dat onder 'grieven' als bedoeld in art. 410, eerste lid, Sv zowel bezwaren direct gericht tegen het oordeel van de rechter in eerste aanleg als andersoortige gronden voor het instellen van het beroep kunnen vallen. Dit geldt ook voor de in art. 416, eerste en tweede lid, Sv genoemde mondelinge 'bezwaren tegen het vonnis'. Als het indienen van een 'grief' of het opgeven van een 'bezwaar' in de hiervoor bedoelde zin kan echter niet worden aangemerkt de enkele omstandigheid dat namens de verdachte is aangevoerd

VR 2019/204 Benadeelde partij. Proceskosten. (Voorwaardelijke) toevoeging.

Jurisprudentie
Door een benadeelde partij gemaakte kosten voor rechtsbijstand zijn - anders dan door de benadeelde partij gevorderde vermogensschade als bedoeld in art. 51a Sv en art. 6:96 BW - te rekenen tot de proceskosten waaromtrent de rechter ingevolge art. 592a Sv in de daar bedoelde gevallen een afzonderlijke beslissing dient te geven, die ingevolge art. 361, zesde lid, Sv in de uitspraak dient te worden opgenomen (vgl. HR 18 april 2000, ECLI:NL:HR:2000:ZD1786).Een redelijke uitleg van art. 592a Sv brengt mee dat bij de begroting van de daar bedoelde kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in