In zijn arrest van 30 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:2002,
heeft de Hoge Raad overwogen dat onder 'grieven' als bedoeld in art. 410,
eerste lid, Sv zowel bezwaren direct gericht tegen het oordeel van de rechter
in eerste aanleg als andersoortige gronden voor het instellen van het beroep
kunnen vallen. Dit geldt ook voor de in art. 416, eerste en tweede lid, Sv
genoemde mondelinge 'bezwaren tegen het vonnis'.