Datum uitgave:
VR 2019/152 Dood door schuld. Rood verkeerslicht.
De verdachte is in strijd met een voor zijn, verdachtes, rijrichting geldend rood licht uitstralend verkeerslicht de kruising opgereden en rechtdoorgaand overgestoken en/of heeft (daarbij) zijn aandacht niet voortdurend op de weg en het verkeer vóór hem gehouden en/of heeft (aldus rijdende) niet opgemerkt dat een bromfietser en een voetganger, die voor hem, verdachte, van rechts kwamen, zich inmiddels op de voor hen bestemde oversteekplaatsen bevonden terwijl de voor hen geldende verkeerslichten groen licht uitstraalden en/of die bromfietser en die voetganger niet heeft laten voorgaan en/of
VR 2019/153 Geënsceneerde aanrijding; opzet tot misleiding aangenomen.
Allianz Benelux heeft geweigerd om dekking te verlenen onder een door appellant met haar gesloten motorrijtuigenverzekering voor (casco)schade die appellant heeft geleden toen zijn auto in 2011 werd aangereden door een andere auto. Allianz Benelux meent dat er sprake is van opzettelijke misleiding door appellant, omdat er sprake zou zijn geweest van een 'geënsceneerd ongeval'. In eerste aanleg heeft appellant in conventie gevorderd Allianz Benelux te veroordelen de motorrijtuigenverzekering na te komen, waaronder het vergoeden van de door appellant als gevolg van de aanrijding geleden schade
VR 2019/154 Letselschade; kort geding; aansprakelijkheid staat vast; substantieel voorschot op schadevergoeding toegewezen.
Eiser was in dienst van gedaagde 1 in de functie van personal assistant. De werkzaamheden van eiser bestonden onder meer uit alle voorkomende huishoudelijke werkzaamheden, het tuin- en zwembadonderhoud en het verzorgen en begeleiden van de kinderen van gedaagde 2. Bij het schoonmaken van de dakgoten van de woning van gedaagde 2 in 2015 is eiser vijf meter naar beneden gevallen, waardoor hij een partiële dwarslaesie heeft opgelopen. Op verzoek van eiser heeft de kantonrechter bij beschikking van 29 augustus 2017 voor recht verklaard dat gedaagde 1 en 2 elk hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de
VR 2019/155 Verkeersongeval; letselschade inzittende; eigen schuld wegens niet dragen gordel; billijkheidscorrectie.
Op 26 december 2016 is verzoekster betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Zij werkte die dag samen met haar twee zussen bij een horecagelegenheid. Nadat zij allen rond 23:00 uur klaar waren met werken, bracht een collega (naam 1) hen naar huis. De drie zussen zaten tijdens de rit op de achterbank en droegen geen gordel. Door zeer gevaarlijke rijgedrag van naam 1 (hij overschreed in ernstige mate de maximumsnelheid en negeerde rode stoplichten) heeft een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij verzoekster letsel heeft opgelopen. Naam 1 is nadien strafrechtelijk veroordeeld wegens
VR 2019/156 Verkeersongeval; deelgeschil; buitengerechtelijke kosten deels afgewezen.
In 2015 heeft een aanrijding plaatsgevonden waarbij drie voertuigen betrokken waren. Het middelste voertuig werd bestuurd door verzoeker die op dat moment stilstond voor een rood stoplicht. Hij werd aangereden door het voertuig achter hem, waardoor verzoeker tegen het voertuig dat voor hem stond aanbotste. Verweerster, WAM-verzekeraar van de schadeveroorzakende partij, heeft aansprakelijkheid voor het ongeval en de daaruit voor verzoeker voortvloeiende schade erkend. Verweerster heeft tweemaal een voorschot ter vergoeding van buitengerechtelijke kosten gedaan: eenmaal € 6.500,- aan de vroegere