Datum uitgave:
VR 2021/115 De Bedrijfsregeling Directe Schadeafhandeling: een opmaat naar de directe verkeersverzekering?
VR 2021/115 De Bedrijfsregeling Directe Schadeafhandeling 1): een opmaat naar de directe verkeersverzekering? Mr. J.J. van Noortwijk * * Bedrijfsjurist schade & inkomen bij Achmea. Deze bijdrage is een bewerking van het essay dat door hem is geschreven ter behaling van de postacademische leergang verzekeringsrecht van de Universiteit van Amsterdam. 1. Inleiding Sinds juli 2021 zijn verzekeraars die zijn aangesloten bij het Verbond van Verzekeraars gestart met het afhandelen van de materiële schades aan personenauto’s via de weg van directe schadeafhandeling. Vanaf eind jaren zestig wordt er al
VR 2021/116 Heeft het leerstuk van uitgaven die hun doel hebben gemist wel toegevoegde waarde?
VR 2021/116 Heeft het leerstuk van uitgaven die hun doel hebben gemist wel toegevoegde waarde? Prof. mr. A.J. Verheij * * Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder het verbintenissenrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hoofdredacteur Verkeersrecht. Dit artikel is ontleend aan het preadvies voor de VASR dat ik dit jaar met Jessy Emaus schreef. Helaas kon het proefschrift van Thijs Beumers over Gemist onstoffelijk voordeel niet meer worden verwerkt. 1. Inleiding Het klassieke voorbeeld van uitgaven die hun doel hebben gemist betreft degene die een ticket voor een concert heeft gekocht, maar
VR 2021/117 De Aanbevelingen rekenrente in personenschadezaken
VR 2021/117 De Aanbevelingen rekenrente in personenschadezaken Mr. G.J.M. Verburg * * Advocaat te Amsterdam. 1. Inleiding De te hanteren rekenrente bij het berekenen van nog niet ingetreden schade, oftewel toekomstige schade in personenschadezaken, houdt de letselschadepraktijk al enige jaren, in toenemende mate bezig. 1) De 3% rekenrente, die vanaf de jaren 80 grofweg een kleine 30 jaar stand heeft gehouden 2), lijkt te hebben afgedaan. In debat is, zowel in als buiten rechte, wat daarvoor in de plaats moet komen. Verscheidene oplossingen zijn gesanctioneerd in de rechtspraak en er lijkt
VR 2021/118 Verkeersongeval; verzekeringsrecht; verjaring; directe actie.
Op 29 februari 2000 is autobestuurder A (appellant) aangereden door autobestuurder B. De WAM-verzekeraar van de auto van B was C. A heeft na het ongeval C op grond van art. 6 lid 1 WAM rechtstreeks aangesproken tot vergoeding van de schade die hij door het ongeval heeft geleden. Bij brief van 26 juli 2002 heeft C namens B aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. C heeft een voorschot op de schadevergoeding betaald aan A van € 43.338,-. A en C zijn niet tot overeenstemming gekomen over de hoogte van de schadevergoeding. Op 11 december 2008 heeft C de onderhandelingen formeel
VR 2021/119 Kop-staartbotsing; whiplash-gerelateerde klachten; causaal verband; voorschot schadevergoeding.
In 2011 is A als inzittende van een personenauto van achteren aangereden door een verzekerde van B. B heeft aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval erkend. Sinds het ongeval ervaart A whiplash-gerelateerde klachten. Op verzoek van A en B heeft in 2016 een medische expertise plaatsgevonden door neuroloog X. X heeft op eigen initiatief een neuropsychologisch onderzoek laten verrichten door Y. De vraag ligt voor of een causaal verband bestaat tussen de klachten van A en het ongeval, en of A, naast het door de rechtbank toegekende bedrag van € 50.000,- als voorschot op de