VR 2023/06 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Aanmerkelijk onvoorzichtig? Gevaar voor de veiligheid op de weg. Tegen het verkeer in rijden.
De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto komend vanuit een parkeergarage op de weg, ervoor gekozen tegen het verkeer in te rijden omdat de weg in de geoorloofde rijrichting gestremd was. In zijn algemeenheid zal het tegen de rijrichting in rijden gelden als een zwaarwegende verkeersovertreding bij het bepalen van de mate van schuld zoals bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet. In deze specifieke situatie komt het hof echter, gelet op hetgeen van een normaal handelende verkeersdeelnemer onder de gegeven omstandigheden mag worden verwacht, tot het oordeel dat van
VR 2023/07 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloos?
Verdachte, verkerend onder invloed van alcohol (940 µg/l), reed met een Ford Transit (bedrijfsauto) ca. 24 km/u te snel (ter plaatse gold een maximumsnelheid van 100 km/u) en botste, na een ander voertuig rechts te hebben ingehaald, toen hij scherp naar links stuurde op een voor hem rijdende auto. Door de botsing raakte een inzittende van die auto zwaargewond. Geen roekeloosheid omdat niet van ernstige overschrijding van de maximumsnelheid en/of opzettelijk onvoldoende afstand houden tot voorligger sprake was.
VR 2023/08 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Maximumsnelheid. Strafmaat.
De verdachte heeft op buitengewoon onvoorzichtige wijze een auto bestuurd en een verkeersongeval veroorzaakt. Hij is met een veel hogere snelheid dan ter plaatse was toegestaan, volgens diverse getuigen rond de 200 km/u, een tunnel ingereden, waardoor hij niet kon anticiperen op een auto die vóór de verdachte met een normale snelheid de linker rijstrook opreed om in te halen. Door de abrupte uitwijkmanoeuvre die de verdachte hierdoor moest maken, heeft hij met die veel te hoge snelheid de auto van de slachtoffers aangereden, waardoor deze auto tegen de zijwand van de tunnelbuis werd gedrukt
VR 2023/09 Verkeersongeval. Causaal verband. Klachten veroorzaakt door ongeval, niet pre-existent. Geen schending schadebeperkingsplicht. Begroting schade.
Op 12 mei 2016 wordt automobilist X aangereden door een uit een parkeervak wegrijdende auto. X raakt tijdelijk arbeidsongeschikt en volgt een revalidatietraject. Allianz, de WAM-verzekeraar van de wegrijdende auto, erkent aansprakelijkheid. In een deelgeschil is overwogen dat X zijn volledige en ongefilterde patiëntenkaart vanaf 5 jaar voor het ongeval dient te overleggen om het bestaan van de klachten en de causaliteit met het ongeval vast te stellen. In dit geschil is de vraag of Allianz naast de verstrekte voorschotten nog betalingen aan eiser dient te doen. Daartoe is van belang of een
VR 2023/10 Voetganger aangereden door tram. 50%-regel. Causaliteitsverdeling. Geen billijkheidscorrectie.
Op 15 december 2014 stak X in slecht weer snel het tramspoor over om een naderende tram te halen. Daarbij werd zij geraakt door een van de andere kant naderende tram. X raakt zwaargewond en is blijvend arbeidsongeschikt. X verzoekt een verklaring voor recht dat vervoersbedrijf HTM voor 100% of in ieder geval meer dan 60% aansprakelijk is voor haar schade. De rechtbank verklaart voor recht dat HTM aansprakelijk is voor 50% van de schade van X en overweegt hiertoe als volgt. Hoewel een tram geen motorvoertuig in de zin van de WVW is, is de 50%-regel ook van toepassing op een aanrijding tussen