VR 2023/58 Rechtvaardigende zwaailichten en sirenes?
VR 2023/59 Rijden door rood. Ruimte maken voor een voorrangsvoertuig.
De betrokkene is door een rood verkeerslicht gereden terwijl hij ruimte probeerde te maken voor een ambulance. Dit deed hij door uit te wijken naar de voorsorteerstrook voor rechts afslaand verkeer. Het verkeerslicht boven deze rijstrook straalde rood uit terwijl het verkeerslicht voor rechtdoor gaand verkeer op dat moment groen was. Toen bleek dat de ambulance in de linkerrijstrook voor rechtdoor gaand verkeer bleef rijden, is de betrokkene zijn weg rechtdoor vervolgd. Blijkens art. 62 jo. 68 en art. 78 RVV 1990 is de door de bestuurder vóór het kruispunt bereden rijstrook bepalend is voor de
VR 2023/60 Mobiele telefoon. Vasthouden. Rijden.
Zittend op het zadel van zijn fiets en met één been een trapper bedienend en met zijn andere been lopend op de grond, heeft hij zijn mobiele telefoon vastgehouden om een bericht te lezen. Deze wijze van voortbewegen is ook aan te merken als het besturen van en rijden op een fiets.
VR 2023/61 Moord. Benadeelde partij. Shockschade. Geestelijk letsel.
De zoon resp. de broer van de benadeelde partijen is vermoord. Zij vorderen vergoeding van schade, veroorzaakt door confrontatie met het dode slachtoffer. Het recht op vergoeding van schade die is veroorzaakt door het onrechtmatig teweegbrengen van een hevige emotionele schok is beperkt tot de schade die volgt uit geestelijk letsel. Het hof heeft vastgesteld dat met een slagvoorwerp hevig geweld is toegepast op het lichaam en het hoofd van het slachtoffer; onder meer dat de schedel is ingeslagen, de neus is verbrijzeld en de bovenkaak is gebroken. Het hof heeft overwogen dat de benadeelde
VR 2023/62 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Voorrangsvoertuig.
De verdachte reed als bestuurder van een politievoertuig met optische en geluidssignalen met een snelheid ver boven de ter plaatse geldende snelheid en kwam daarbij in aanrijding met een van rechts komend voertuig waarvan de bestuurder zwaar gewond is geraakt. Aangezien de verdachte vanuit een (rij)richting kwam die het slachtoffer niet hoefde te verwachten, moest door de verdachte worden geanticipeerd op de mogelijkheid dat het slachtoffer zou (kunnen) optrekken. Het gebruik van optische en geluidssignalen maakt dat niet anders. Het beroep op overmacht/noodtoestand gaat niet op omdat volgens