VR 2023/18 Administratieve sanctie. Gelijkheidsbeginsel.
De omstandigheid dat aan de betrokkene een sanctie is opgelegd (i.c. voor rijden door rood licht), terwijl er in het kader van een landelijke politieactie geen sancties zouden worden opgelegd voor kleine verkeersovertredingen, brengt niet met zich dat de betrokkene van een sanctie gevrijwaard zou moeten worden. Voor zover de betrokkene een beroep doet op het gelijkheidsbeginsel, wordt dit verworpen. Immers van een schending van het gelijkheidsbeginsel zou slechts sprake zijn indien zonder (juridische) geldige reden ten nadele van de betrokkene zou zijn afgeweken van geldend beleid met
VR 2023/19 Administratieve sanctie. Samenloop.
Bij de beoordeling of in het geval van meerdere gedragingen sprake is van een voortgezette handeling stelt het hof voorop dat een verkeersdeelnemer voortdurend te maken krijgt met nieuwe verkeerssituaties, waarin hij alert dient te zijn en waarin hij derhalve bij voortduring beslissingen neemt en moet nemen. Er is niet snel sprake van meerdere gedragingen die voortkomen uit één ongeoorloofd wilsbesluit. Dat is in dit geval niet anders. De bestuurder reed van de invoegstrook over het puntstuk naar rijstrook 2 (dat was de eerste overtreding) en koos er vervolgens voor om direct door te rijden
VR 2023/20 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Roekeloosheid. Inhalen. Maximumsnelheid.
De verdachte is als bestuurder van een auto op een smallere weg, terwijl er vanwege duisternis en mist een beperkt zicht was, evident gevaarlijk een andere auto gaan inhalen. Daardoor heeft hij een tegemoetkomende bromfietser aangereden die daardoor zwaar lichamelijk letsel opliep. Daarbij heeft verdachte, gezien het type weg en het beperkte zicht, een uitzonderlijk hoge en onverantwoorde snelheid gehanteerd. Met dergelijk weggedrag heeft verdachte bewust onverantwoorde risico’s genomen, daarmee geen enkel respect getoond voor de belangen van andere verkeersdeelnemers en daarmee laten zien
VR 2023/21 Zwaar lichamelijk letsel door schuld. Mate van schuld. Tenlastelegging. Feitomschrijving.
De verdachte heeft als bestuurder van een taxi een voetganger op een zebrapad aangereden waardoor de voetganger ernstig gewond is geraakt. De steller van tenlastelegging heeft, blijkens de feitelijke omschrijving van het onder 1 primair tenlastegelegde, het oog gehad op - kort gezegd en voor zover hier van belang - het negeren van verkeersborden (berijden trambaan zonder ontheffing en het niet volgen van de verplichte rijrichting) en het niet verlenen van voorrang aan een voetganger op een voetgangersoversteekplaats. Nu het negeren van de verkeersborden enkel samenhangt met het al dan niet
VR 2023/22 Ernstige mate schenden van verkeersregels. Opzet. Gevaar te duchten voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van anderen.
Doordat de verdachte, die met veel te hoge snelheid reed op een weg binnen de bebouwde kom met meerdere voetgangersoversteekplaatsen, onvoldoende afstand heeft gehouden tot het voorliggende voertuig en aldus zeer dicht tegen dat voertuig heeft aangereden (art. 5a, eerste lid, onder h WVW 1994) en zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien (art. 19 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990), is vervolgens ter hoogte van een voetgangersoversteekplaats een botsing met die