VR 2023/23 Dood door schuld. Strafmaat. Redelijke termijn.
Verdachte is, onder invloed van drank en cannabis, als bestuurder van een personenauto ter hoogte van een rotonde tegen een trottoirband gereden, waardoor hij met zijn personenauto over de kop is geslagen en tegen een lantaarnpaal is gebotst, waarbij een inzittende uit de auto is geslingerd en is komen te overlijden (art. 6 WVW1994). Het betreft een zeer ernstig feit dat met name voor de nabestaanden van het slachtoffer, die ten tijde van het ongeval 28 jaar was, onherstelbaar leed moet hebben toegebracht. Daarbij heeft verdachte de grenswaarde voor het gebruik van alcohol fors overschreden
VR 2023/24 Onjuiste en misleidende verklaringen benadeelde. Onrechtmatige daad jegens verzekeraar; schadevergoeding. Persoonlijk onderzoek rechtmatig.
Op 6 april 2012 is rijinstructrice X bij een verkeersongeval van achteren geraakt. De verzekeraar van de achterste auto, Vivat, erkent aansprakelijkheid. Vivat laat een persoonlijk onderzoek uitvoeren naar X, waarna Vivat de onderhandelingen beëindigt. De schadevergoedingsvordering van X wordt bij verstekvonnis toegewezen. In verzet wordt het verstekvonnis vernietigd en wordt X in reconventie veroordeeld om schadevergoeding en door Vivat verrichte onverschuldigde betalingen aan Vivat te betalen. X gaat in hoger beroep. Het hof bekrachtigt het vonnis en overweegt hiertoe als volgt. X is in 2007
VR 2023/25 Peuter valt in vijver en raakt gehandicapt. Verhuurder aansprakelijk? Geen onrechtmatige daad of tekortkoming in nakoming huurovereenkomst.
Op 4 oktober 2005 is de 19 maanden oude peuter X met zijn driewieler uit de achtertuin van zijn ouders weggereden. Hij is in de vijver in de voortuin van een andere woning beland, waarbij hij bijna is verdronken. Door langdurig zuurstofgebrek is X ernstig verstandelijk, lichamelijk en visueel gehandicapt geraakt. Hij functioneert op het niveau van een kind van 11 maanden en zal de rest van zijn leven volledig afhankelijk zijn van de hulp van anderen. A en B, de ouders van X, spreken de verhuurder van zowel hun eigen woning, als de woning waaraan de vijver lag, De Huismeesters, aan voor de
VR 2023/26 Kosten rechtsbijstand; no cure no pay afspraak; opeenvolgende belangenbehartigers.
In 1992 raakt X betrokken bij een aanrijding, waarbij hij ernstig letsel oploopt. Verzekeraar Y erkent aansprakelijkheid voor de gevolgen van de aanrijding. In het schadeafwikkelingstraject wordt X eerst bijgestaan door A. Voor de kosten van rechtsbijstand sluit X met A een no cure no pay afspraak die inhoudt dat A 15% ontvangt van de schadevergoeding die Y aan X betaalt, waarbij X en A een vrije voet afspreken van ƒ 300.000. Nadien nemen achtereenvolgens B, C, D en E de belangenbehartiging (inclusief de no cure no pay afspraak) over. X en E twisten over (i) de hoogte van de
VR 2023/27 Ongeval na ruzie op de weg. A klom op motorkap van B, waarna B wegreed. Art. 185 WVW van toepassing. Sprake van overmacht; sprake van noodweer.
Op 26 mei 2019 is een ongeval ontstaan. B reed met zijn neefje F in een bij Univé verzekerde auto. Onderweg kwamen zij een rode auto tegen met voorin twee vrouwen en achterin twee mannen, A en E. Op een gegeven moment begon A beledigingen naar B te roepen. Toen beide auto's voor een stoplicht tot stilstand kwamen, stapten A en E uit en liepen naar de auto van B. De twee vrouwen zijn vervolgens doorgereden. A sprong op de motorkop van de auto van B, begon op de voorruit te slaan, en vernielde de antenne en ruitenwissers. E bonkte op de ruit naast B. B was bang voor zijn veiligheid en de