
VR 2025/53 Duikongevallen bij zwemmen in recreatiegebieden:

VR 2025/54 Beoordeling van pijnklachten in de letselschadepraktijk
VR 2025/55 Plaatsen verkeerslichten en stopstrepen. Verkeersbesluit. Geluidshinder omwonenden.
De wederpartij (in de uitspraak: X; red. VR) heeft bezwaar gemaakt tegen de plaatsing van verkeerslichten door het college van burgemeester en wethouders van Waalre bij een fietsersoversteek. Het college meende dat voor het plaatsen van deze verkeerslichten geen verkeersbesluit nodig was, omdat het als een feitelijke handeling werd beschouwd. Het college verklaarde daarom het bezwaar van de wederpartij niet-ontvankelijk. De rechtbank was van oordeel dat het plaatsen van verkeerslichten volgens de WVW 1994 wel een verkeersbesluit vereiste. Dit omdat verkeerslichten worden beschouwd als
VR 2025/56 Verzoek tot verlaging maximumsnelheid. Geluidsbelasting en verkeersveiligheid.
De appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing door het college van zijn verzoek om verkeersmaatregelen te nemen nabij zijn woning. De appellant pleit voor verlaging van de maximumsnelheid naar 30 km/u en een verbod op vracht- en landbouwverkeer vanwege geluidsbelasting en verkeersveiligheid. Het college had het verzoek afgewezen, onder meer vanwege de verkeersintensiteit en geldende CROW-normen, en omdat er geen ongevallen geregistreerd waren bij de woning van appellant. De Afdeling is van oordeel dat het college binnen zijn beoordelingsruimte is gebleven en voldoende heeft
VR 2025/57 Meervoudige doodslag. Door rood licht rijden. Geen voorrang verlenen. Voorwaardelijk opzet?
De verdachte heeft als bestuurder van een auto gereden met een snelheid van 81 tot 97 km/u op een weg waar 30 km/u is toegestaan. Hij is daarbij door rood licht gereden en heeft nagelaten een snorfiets voorrang te verlenen. Hierdoor botste hij op de snorfiets, met als gevolg dat twee vrouwen om het leven kwamen. De Hoge Raad boog zich over de vraag of het hof kon oordelen dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans op een dodelijke afloop van het ongeval heeft aanvaard. Relevante omstandigheden waren dat de verdachte niet heeft geremd, dat het zicht op het fietspad slecht was en dat er door