Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
VR 2025/127 Afwijzing ontheffing parkeren op de openbare weg. Belangenafweging.
VR 2025/101 Ook als (alleen) de achterkant van een voertuig een rood verkeerslicht passeert, geldt dat als door rood rijden.
Betrokkene krijgt een administratieve sanctie voor het rijden door rood licht met een vrachtwagen. De gemachtigde van de betrokkene betwist de gedraging en voert aan dat het voertuig voorbij de verkeerslichten en half op de kruising tot stilstand is gekomen vanwege een file. De achterkant van de vrachtwagen is hierdoor geflitst. Naar de mening van de gemachtigde ten onrechte, omdat de vrachtwagen al voorbij de stopstreep en het verkeerslicht was. Het hof overweegt dat uit de aanwezige foto’s in het dossier blijkt dat de achterkant van de vrachtwagen rijdend de stopstreep is gepasseerd, terwijl
VR 2025/87 Aanrijding fietser en voetganger. 50% eigen schuld voetganger aan ontstaan ongeval.
Op 26 maart 2021 vond rond zes uur 's avonds een verkeersongeval plaats tussen A (appellant) en X (geïntimeerde). X stak te voet een fietspad over terwijl A op zijn fiets andere fietsers aan het inhalen was. Hierbij raakte A hem waardoor X ten val kwam en een week in het ziekenhuis lag. Het fietspad was destijds ongeveer anderhalve meter breed en bevond zich tussen een trottoirband en een overdekte winkelgalerij. De politie heeft ter plaatse A als verdachte verhoord, maar er volgde geen strafrechtelijke vervolging. A was niet verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid. In de bodemprocedure
VR 2025/55 Plaatsen verkeerslichten en stopstrepen. Verkeersbesluit. Geluidshinder omwonenden.
De wederpartij (in de uitspraak: X; red. VR) heeft bezwaar gemaakt tegen de plaatsing van verkeerslichten door het college van burgemeester en wethouders van Waalre bij een fietsersoversteek. Het college meende dat voor het plaatsen van deze verkeerslichten geen verkeersbesluit nodig was, omdat het als een feitelijke handeling werd beschouwd. Het college verklaarde daarom het bezwaar van de wederpartij niet-ontvankelijk. De rechtbank was van oordeel dat het plaatsen van verkeerslichten volgens de WVW 1994 wel een verkeersbesluit vereiste. Dit omdat verkeerslichten worden beschouwd als
VR 2025/49 Afwijzing vrijstelling verkeersregels DHL niet in strijd met gelijkheidsbeginsel: UPD-status PostNL rechtvaardigt verschil.
DHL verzoekt om een vrijstelling van een aantal verkeersregels, zodat bezorgers mogen rijden en parkeren op plaatsen waar dat normaal niet is toegestaan. De minister weigert deze vrijstelling te verlenen, omdat de dienstverlening van DHL niet is aan te merken als een openbare of daarmee gelijk te stellen dienst. Deze vrijstelling is wel aan PostNL verleend. In geschil is of de minister hiermee in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld. De rechtbank oordeelt dat dit niet zo is. In tegenstelling tot DHL is PostNL door de minister aangewezen als universele postdienst (UPD). De
VR 2025/26 Verkeerslawaai
VR 2025/06 Vasthouden mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Telefoon op bovenbeen met de vingers eromheen als een soort kooi moet worden aangemerkt als vasthouden.
De betrokkene heeft een sanctie van € 170,- gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Zijn gemachtigde betoogde dat het begrip 'vasthouden' volgens artikel 61a RVV 1990 niet zo ruim moet worden uitgelegd dat het ook het op de knie leggen van een telefoon omvat. Een ambtenaar heeft echter vastgesteld dat de betrokkene tijdens het rijden op een Go Sharing scooter een telefoon net boven zijn knie vasthield. In administratief beroep overhandigde de betrokkene een foto die de situatie toonde, waarbij de telefoon op zijn bovenbeen lag, maar niet
VR 2024/111 Wegslepen voertuig wegens belemmeren van uitrit. Kosten voor rekening van appellant.
De appellant had zijn voertuig geparkeerd voor de deur van een garagebox, waarop het college van B&W van Den Haag het voertuig heeft laten wegslepen. De kosten van deze operatie zijn op de appellant verhaald uit hoofde van artikel 5:25 Awb. De Afdeling is van oordeel dat het college deze plaats terecht heeft aangemerkt als een in- of uitrit. De loods is immers bereikbaar vanaf de weg waartoe de stoepband is verlaagd en waarbij een fietspad moet worden gepasseerd. Daarnaast verschilt de bestrating van het fietspad van die van de weg. De verwijdering van het voertuig was noodzakelijk in verband
VR 2024/100 Het niet voor laten gaan van een voorrangsvoertuig. Niet tijdig horen en zien van voorrangsvoertuig komt voor rekening van bestuurder.
De betrokkene heeft een sanctie opgelegd gekregen voor het niet voor laten gaan van een ambulance. Anders dan de gemachtigde van de betrokkene is het hof van oordeel dat het ontbreken van een specifieke wettelijke bepaling die de exacte tijdsduur aangeeft waarbinnen men een voorrangsvoertuig voorrang moet verlenen, niet automatisch met zich meebrengt dat de bestuurder de daartoe nodige ruimte heeft en de ambtenaar moet aangeven of er mogelijkheden waren om opzij te gaan en hoe lang het heeft geduurd voordat de bestuurder dat daadwerkelijk deed. Het niet tijdig horen en zien van een