Hoewel de oorspronkelijke verjaringstermijn is gestuit, kan
dit appellant niet baten. De inleidende dagvaarding, in beginsel een
stuitingshandeling als bedoeld in art. 3:316 lid 1 BW, is na het verstrijken
van de nieuwe verjaringstermijn ingesteld. De strafrechtelijke aangifte tegen
geïntimeerde, het horen van geïntimeerde door de politie en een procedure ex
art. 12 Sv zijn geen van alle civielrechtelijke stuitingshandelingen.