Uit de enkele omstandigheid dat het besluit tot
ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verdachte per aangetekende brief
aan deze is verzonden en niet retour is gekomen bij het CBR, kan niet worden
afgeleid dat de verdachte wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Die
gevolgtrekking kan daaraan ook niet worden verbonden in samenhang met hetgeen
het hof blijkens de weergegeven bewijsvoering voor het overige in aanmerking
heeft genomen.