Geïntimeerde (X) heeft appellant (de WAM-verzekeraar van Y) aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van een ongeval dat zou hebben plaatsgevonden tussen X en Y, waarbij Y ten onrechte geen voorrang zou hebben verleend. Appellant heeft betwist dat dit ongeval heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft X toegelaten tot bewijs dat het ongeval heeft plaatsgevonden en vervolgens geoordeeld dat hij in het leveren van dat bewijs is geslaagd, zodat appellant is veroordeeld tot vergoeding van de door X geleden schade.