De militaire kamer overweegt dat uit de verklaring van
verdachte zelf volgt dat hij in een rustig tempo de kruising naderde en zijn
blik gericht hield op de auto’s die - gezien zijn rijrichting - van links
kwamen, omdat hij zo mogelijk nog vóór die auto’s de Stationsstraat wilde
oprijden. Ook de getuigen, getuige 1 en het slachtoffer, hebben verklaard dat
verdachte niet snel reed, waarbij het slachtoffer heeft waargenomen dat
verdachte aanvankelijk snelheid minderde.