De verdachte heeft als bestuurder van een personenauto een
bijzondere manoeuvre - keren - willen uitvoeren op een plaats waar dit verboden
was. Door deze manoeuvre uit te voeren op een plaats waar deze verboden was,
zonder goed uit te kijken of hij daarmee anderen niet in gevaar zou brengen,
heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gehandeld.