Eiser heeft bij gedaagde een vlucht geboekt voor 21 maart
2016. Deze vlucht is geannuleerd. Conform de Verordening 261/2004 vordert eiser
financiële compensatie van € 400,-. Gedaagde stelt dat sprake was van
bijzondere omstandigheden in de zin van art. 5 lid 3 van de Verordening: de
Franse luchtverkeersleiding staakte, waardoor gedaagde 20-30% van de vluchten
over Frankrijk diende te annuleren. De rechtbank overweegt dat met de annulering van de vlucht
het recht op compensatie in beginsel is gegeven, behoudens indien inderdaad
sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden.