De verdachte wordt vervolgd wegens het besturen van een motorrijtuig, niet zijnde een bromfiets, dat niet was voorzien van een alcoholslot terwijl het rijbewijs van de verdachte ongeldig was verklaard omdat de verdachte onvoldoende had meegewerkt aan het alcoholslotprogramma, in het bijzonder hierin bestaande dat de verdachte was aangehouden in een auto die niet was voorzien van een alcoholslot.Anders dan het middel kennelijk tot uitgangspunt neemt, gaat een vergelijking met de uitzonderlijke situatie als bedoeld in HR 3 maart 2015,