VR 2019/164 Dood door schuld. Geen aanmerkelijke schuld. Gevaarzetting.
Rechts afslaan. Vrachtauto.

Jurisprudentie
Het verwijt dat de verdachte kan worden gemaakt, is dat hij bij het rechtsaf slaan geen voorrang heeft verleend aan de rechtdoor rijdende fietser. De verdachte heeft aldus een verkeersfout gemaakt met voor het slachtoffer fatale gevolgen, maar deze fout is gelet op de omstandigheden van het geval, voor zover die objectief zijn komen vast te staan, niet zonder meer aan te merken als “schuld” aan het verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De voornoemde verkeersfout heeft wel gevaar op de weg in de zin van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 veroorzaakt.