De verdachte hoefde uit de melding over de bandenspanning
niet af te leiden dat hij toen niet verder kon rijden. Hoewel hij onvoorzichtig
heeft gehandeld en een risico heeft genomen door niet onmiddellijk te voldoen
aan zijn onderzoeksplicht en de banden van de Audi te controleren, en ook zijn
positie op de weg en zijn snelheid niet aan te passen aan de situatie, leiden
zijn gedragingen niet tot het oordeel dat sprake is van aanmerkelijke
onvoorzichtigheid of onoplettendheid, wat de drempel is die voor een
veroordeling op grond van artikel 6 van de Wegenverkeerswet gehaald moet
worden.