VR 2019/23 Rijden onder invloed. Grondslag van de tenlastelegging.
Specialis?

Jurisprudentie
Het hof heeft blijkens de bewezenverklaring de tenlastelegging aldus verstaan dat daarin aan de verdachte onder meer wordt verweten dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het besturen van een motorrijtuig na het in art. 8, tweede lid aanhef en onder a, WVW 1994 bedoelde gebruik van alcoholhoudende drank. Deze - aan de feitenrechter voorbehouden - uitleg van de tenlastelegging is niet onverenigbaar met de bewoordingen ervan en moet in cassatie worden geëerbiedigd. Van die uitleg uitgaande heeft het hof bij de bewezenverklaring de grondslag van de tenlastelegging niet verlaten.