Het gehanteerde meetinstrument is op basis van toetsing aan
de daarvoor geldende wettelijke normen toegelaten, zodat in beginsel mag worden
uitgegaan van de betrouwbare werking daarvan. Dit betekent niet dat wordt
uitgegaan van feilloosheid van apparatuur. Er kunnen fouten optreden. Zulks
kan, afhankelijk van de vraag welke standpunten daartoe worden aangevoerd, de
rechter nopen tot nader onderzoek. Meting met dergelijke apparatuur kan een
onjuist of onbetrouwbaar meetresultaat geven in het geval de bedienaar daarvan
dit niet op de voorgeschreven wijze gebruikt.