Het door de verbalisant bestuurde voertuig en het door de
gemachtigde bestuurde voertuig reden op enig moment naast elkaar, het eerste
voertuig op de linker rijstrook, het tweede op de rechter rijstrook, terwijl
het verkeer van de linker rijstrook diende in te voegen op de rechter
rijstrook. Het betreft een situatie waarin van de verschillende weggebruikers
wordt verlangd rekening met elkaar te houden en de snelheid aan te passen ten
einde het invoegen (ritsen) zo soepel mogelijk te laten plaatsvinden.