Op 4 januari 2012 is appellante tijdens een groepsles een
ongeval overkomen. Aan het einde van de les werd gesprongen over een parcours
bestaande uit vier of vijf hindernissen. De laatste hindernis was een
zogenaamde dubbelsprong, twee op korte afstand van elkaar geplaatste
hindernissen die bij elkaar horen, waarbij het paard na de eerste hindernis
vrijwel direct de volgende hindernis moet nemen. De moeilijkheidsgraad van het
parcours werd geleidelijk opgebouwd, waarbij appellante met haar paard (C) de
hindernissen zonder problemen nam.