A loopt tijdens een voetbalwedstrijd een zware blessure op, waardoor zijn linker onderbeen moet worden geamputeerd. A stelt dat de blessure is ontstaan door een onrechtmatige sliding van tegenspeler B. A spreekt B aan tot vergoeding van de schade die hij als gevolg van de sliding heeft geleden. Op basis van rapporten van medisch adviseurs gaat het hof ervan uit dat het letsel van A is ontstaan door een geweldsinwerking op de enkel van A. De vraag is van welke speler de geweldsinwerking afkomstig is.