Artikel 9, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wahv
brengt mee dat indien in het kader van de aanwending van rechtsmiddelen tegen
de oplegging van een sanctie op grond van de Wahv de rechtmatigheid van de
bebording en het daaraan ten grondslag liggende verkeersbesluit wordt betwist,
door de officier van justitie in administratief beroep en de rechter zal moeten
worden onderzocht of dat besluit ten tijde van de gedraging rechtskracht had en
of dat besluit niet later in een bestuursrechtelijke procedure is vernietigd of
met terugwerkende kracht tot (vóór) het tijdstip van de gedraging is
inget