Het bepaalde in artikel 62 van het RVV 1990 in verbinding
met artikel 76 van het RVV 1990 houdt een absoluut verbod in. De enkele
omstandigheid dat de doorgetrokken streep is overschreden, is dan ook voldoende
voor de vaststelling van de gedraging. Er is derhalve geen uitzondering van
toepassing op dit verbod, ook niet als de doorgetrokken streep korter is dan
voorgeschreven in artikel 2, vierde lid, van de Uitvoeringsvoorschriften BABW
inzake verkeerstekens.