Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd voor: “als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”.De gemachtigde voert aan dat sprake was van langzaam rijdend verkeer en dat het daarom voor de ambtenaar mogelijk was om met een aantal collega’s staandehoudingen te verrichten. Dat hiermee volgens de gemachtigde wellicht de feitelijke mogelijkheid bestond om de bestuurder staande te houden, betekent naar oordeel van het hof echter niet zonder meer dat dit ook een reële mogelijkheid betrof.