Door in het kader van het “Project Moelander” indirect onderscheid te maken naar nationaliteit of afkomst van de inzittenden van een voertuig, terwijl hier geen gerechtvaardigde grond voor was, is in aanzienlijke mate inbreuk gemaakt op een van de meest fundamentele beginselen van de rechtsorde, zoals het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel. Door de wijze van handelen in het kader van het “Project Moelander” is derhalve een ernstige inbreuk op voormelde beginselen gemaakt, welke inbreuk verwijtbaar is.