De betrokkene betwist de waarneming van de verbalisant dat hij als bestuurder van een personenauto een mobiele telefoon in handen had. Hij voert onder meer aan dat hij op een smartwatch keek en de telefoon in de houder zat. Dit verweer is niet onderzocht. Mede gelet op de overige omstandigheden van het geval kan niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat de gedraging is verricht.