VR 2024/68 Onvoorzichtig. Dood door schuld. Doodslag.

Jurisprudentie

Verdachte reed met een snelheid van bijna 100 kilometer per uur richting een kruising met een voorrangsweg. De geldende maximumsnelheid bedroeg 50 kilometer per uur. Het was donker en op het wegdek lag natte sneeuw. De straat waar verdachte op reed buigt vlak voor het kruispunt, alwaar voorrang moet worden verleend, af naar rechts. Verdachte heeft de bocht niet gehaald en reed in een rechte, diagonale streep de straat over, waar hij met een snelheid van zo'n 70 kilometer per uur tegen de bestuurderszijde van de auto van het slachtoffer botste.